Woche 09 2.S

Heute Donnerstag den 3. März 2022
De werkwoorden haben en sein kennen we uit het hoofd.
Regelmatige werkwoorden herhalen.(K1 B Seite 13)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Heute Donnerstag den 3. März 2022
De werkwoorden haben en sein kennen we uit het hoofd.
Regelmatige werkwoorden herhalen.(K1 B Seite 13)

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir dieser Stunde?
1 Regelmatige of zwakke werkwoorden Kapitel 1 Seite 13 im Buch

2


         


 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden+ uitgang
NL
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij(mv)/u
DE
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
uitgang
stam
stam + t
stam + t

stam + en
stam + en
stam + en

ge +stam + t/d
N(ormaal)
uitgang

S-klank
uitgang

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden+ uitgang (zwak ww)
DE
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
N(ormaal)
uitgang
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
S-klank
uitgang
stam + e
stam + t
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
              ge + stam + t                                                 ge + stam + t      
kommen
Welke letters horen bij de S-klank?

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden+ uitgang
NL
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij(mv)/u
DE
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
uitgang
stam
stam + t
stam + t

stam + en
stam + en
stam + en

ge +stam + t/d
N(ormaal)
uitgang
stam + e
stam + st
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
S-klank
uitgang
stam + e
stam + t
stam + t

stam + en
stam + t
stam + en
              ge + stam + t        ge + stam + t      

Slide 5 - Tekstslide

FE
FE                 E                    T                ET                                                    EN            ET                  EN

Slide 6 - Tekstslide

2 werkwoorden
suchen

mixen

uitschrijven (persoonlijk vnw + werkwoord in de goede vorm)

Klaar? Dan ga je "haben", "sein" of woorden leren.

Slide 7 - Tekstslide

Was machen wir dieser Stunde?
1 Regelmatige of zwakke werkwoorden Kapitel 1 Seite 13 im Buch

2 "haben" und "sein"


         


 

Slide 8 - Tekstslide

haben & sein
Seite 77


3x 

Slide 9 - Tekstslide

Was machen wir dieser Stunde?
1 Regelmatige of zwakke werkwoorden Kapitel 1 Seite 13 im Buch

2 "haben" und "sein"

3 Hausaufgaben

         


 

Slide 10 - Tekstslide

Hausaufgaben Kapitel 2
Lernen: Gramm. A+B Seite 51/52 und C Seite58

Wiederholen: Lernbox Lektion 1, 2 und 3
                              Lernbox Lektion 4 und Grammatik D Seite 71

16. März Klassenarbeit Kapitel 2 ganzer Kapitel

Slide 11 - Tekstslide

haben + sein
Als je het kent, mag je het opzeggen.
Ik kom langs voor de werkwoorden die je uit moest schrijven.

Slide 12 - Tekstslide

Ben je tevreden met wat je deze les gedaan hebt?

Bist du zufrieden mit dem was du dieser Stunde gemacht hast?
A
ja
B
nein
C
jein

Slide 13 - Quizvraag

Herzlichen Dank für eure Aufmerksamkeit
und
ein schöne Wochenende!

Slide 14 - Tekstslide

der
= lidwoord dat hoort bij mannelijke woorden

* dagen                                  * mannelijke personen
* maanden                           * mannelijke dieren
* jaargetijden                      * mannelijke beroepen/functies

Slide 15 - Tekstslide

die (1)
= lidwoord dat hoort bij vrouwelijke woorden

* -heit                                 * vrouwelijke personen
* -keit                                 * vrouwelijke dieren
* -ung                                * vrouwelijke beroepen/functies
* -schaft
* -e (dingen) vaak!

Slide 16 - Tekstslide

das
= lidwoord dat hoort bij onzijdige woorden

* onzijdig (in het Nederlands herkenbaar door het)
* verkleinwoorden -chen
                                       -lein

Slide 17 - Tekstslide

die (2)
= lidwoord dat hoort bij meervoud

* mannelijke zelfstandige naamwoorden, meer dan 1
* vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, meer dan 1
* onzijdige zelfstandige naamwoorden, meer dan 1

Slide 18 - Tekstslide

Grammatik haben
ik
jij
hij
zij
het

wij
jullie
zij +
u
ich
du
er
sie
es

wir 
ihr
sie
Sie
bin
bist
ist
ist
ist

sind
seid
sind
sind
ben
bent
is
is
is

zijn
zijn
zijn
bent

Slide 19 - Tekstslide

Wiederholen
Zahlen!

Slide 20 - Tekstslide

Hoe schrijf je het getal
5.605?(in letters)

Slide 21 - Open vraag

Hoe schrijf je het getal
2.344?(in letters)

Slide 22 - Open vraag

Hoe schrijf je het getal
1.001?(in letters)

Slide 23 - Open vraag

Grammatik haben 
ik
jij
hij
zij
het

wij
jullie
zij +
u
ich
du
er
sie
es

wir 
ihr
sie
Sie
hab    e
hast
hat
hat
hat

hab   en
hab   t
hab   en
hab   en
 habe
 hast
 hat



 haben
 habt
 haben
ich
du
er / sie / es



wir 
ihr
sie / Sie
ik
jij
hij/zij/het



wij
jullie
zij + / u

Slide 24 - Tekstslide

Grammatik sein
ik
jij
hij
zij
het

wij
jullie
zij +
u
ich
du
er
sie
es

wir 
ihr
sie
Sie
bin
bist
ist
ist
ist

sind
seid
sind
sind
bin
bist
1
2   ist
3

sind
seid
4   sind
5

Slide 25 - Tekstslide