Prinsjesdag Kopen en werken


PRINSJESDAG
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


PRINSJESDAG

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je....
  1. Uitleggen wat er op Prinsjesdag gebeurt. 
  2. Benoemen wat de Staten-Generaal is.
  3. Herkennen waar en door wie de Troonrede wordt voorgelezen. 
  4. Benoemen wat er in Het Koffertje van Minister van Financiën zit en uitleggen wat die documenten betekenen (Miljoenennota).
  5. Herkennen van de verschillende uitgaven en inkomsten van 
    de overheid, begrotingstekort, overschot en staatsschuld





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prinsjesdag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  •   De ridderzaal
 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Binnenhof
 

Slide 7 - Tekstslide

Het Binnenhof (historische naam: Hof van Holland) is een gebouwencomplex in het centrum van Den Haag, dat al eeuwenlang het middelpunt is van de Hollandse en Nederlandse politiek. Hier bevinden zich de Eerste en Tweede Kamer, de twee kamers die samen het parlement vormen, en een deel van de Raad van State, het orgaan dat over wetgeving adviseert en tevens dient als de hoogste bestuursrechter. Ook de minister-president, de hoogste politieke bestuurder van Nederland, heeft hier zijn kantoor, in het Torentje.
Prinsjesdag
  • 3e dinsdag van september
  • De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
  • de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven vor het komend jaar. 

De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Leden van de Staten-Generaal...'
Wie zijn deze leden Staten-Generaal?
  • Leden van de eerste- en Tweede Kamer (parlement)
De Tweede kamer:
  • Zijn onze volksvertegenwoordigers (150 leden).
  • Hebben twee hoofdtaken: de regering controleren en wetten maken. 
Eerste Kamer :
  • Beoordelen van wetsvoorstellen die de 2e Kamer heeft goedgekeurd (75 leden) 


Slide 10 - Tekstslide

Regering: 
De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning en de ministers. 
parlement kan rijksbegroting afkeuren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten belasting
  • Inkomstenbelasting
  • Loonbelasting
  • Belasting over de winst

  • BTW
  • Accijns

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • btw
BTW
  • verkoopprijs
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatschuld

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= Staatsschuld

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het Prinsjesdag?
A
Eerste dinsdag van september
B
Tweede dinsdag van september
C
Derde dinsdag van september
D
Vierde dinsdag van september

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er tijdens prinsjesdag door de koning voorgelezen?
A
De Miljoenennota
B
De Troonrede
C
De rijksbegroting
D
Het koffertje

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Troonrede
Staten-Generaal
Miljoenennota
Soort kasboek met in- en uitgaven. Hierin staat wat de plannen van de regering gaan kosten.
Soort spreekbeurt die de koning geeft waarin de plannen van de regering voor het komend jaar staan.
Eerste- en Tweede Kamer

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
20 kamerleden
B
75 Kamerleden
C
150 kamerleden
D
225 Kamerleden

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Ridderzaal
Binnenhof
Vergaderzaal van de Tweede-Kamer

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de troonrede gaat de minister van Financiën twee documenten presenteren aan de Tweede Kamer. Deze zitten in het Koffertje...

Wat zit er in het Koffertje?

Miljoenennota
Rijksbegroting
Troonrede
De grondwet
Boodschappen lijst

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn accijns?
A
extra kosten op voedsel
B
belasting voor kleding
C
geld wat terug kan krijgen
D
extra belasting op tabak, drank en benzine

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De rijksbegroting is een overzicht van:
A
alle verwachte inkomsten en uitgaven
B
alle verwachte begrotingen in een land
C
alle begrotingen van alle ministers
D
de staatsschuld

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het parlement?
A
eerste kamer
B
tweede kamer
C
eerste en tweede kamer samen
D
derde kamer

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een staatsschuld?
A
Het totaal van de export die een land heeft gemaakt
B
Het totaal van de import die een land heeft gemaakt
C
Het totaal van de schulden die een land heeft gemaakt.
D
Een deel van de schulden die een land heeft gemaakt.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer de overheid aflost op de staatsschuld. Wat voor gevolgen heeft dat op de rentekosten op de staatsschuld
A
Deze worden hoger
B
Deze blijven gelijk
C
Deze worden lager

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formule:
(oud - nieuw ) : Oud x 100 %
gebruik deze bij vraag 7.2 c en d

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Hoofdstuk 6 Paragraaf 6
opdracht 3 tot met 8 en opdracht 7 en 8 doen we samen
rekentrainer paragraaf 6

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies