Possessive 's - '

Welcome class!
Take a pen out, we're starting with an SO
words 6.3 +6.4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welcome class!
Take a pen out, we're starting with an SO
words 6.3 +6.4

Slide 1 - Tekstslide

Grammar: Possessive

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 3 manieren om bezit aan te geven in het Engels

's
'
of

Slide 3 - Tekstslide

Possessive (bezit)
's
Wanneer gebruik je apostrof+s? 
  • Bij namen
  • Bij mensen, dieren en dingen in het enkelvoud
  • Bij woorden in het meervoud die niet op een S eindigen



I like Tara's hair.
Who took Anthony's pen?
The cat's whiskers.
Men's clothing.




Slide 4 - Tekstslide

Possessive (bezit)
'
My parents' car. (parents = meervoud met een s)
His siblings' hobby. (siblings = meervoud met een s)
Wanneer gebruik je alleen een apostrof? 
  • Bij woorden in het meervoud die wel op een S eindigen
  • Bij namen die eindigen met s,x,en z kan je de ' voor of achter de s gebruiken



Slide 5 - Tekstslide

Possessive (bezit)


dingen van dingen
geografische namen

The  roof  of  the  house.
The  capital  of  England.
Please  open  the  door  of  this  room.
 The name of the school
The top floor of the building.
of

Slide 6 - Tekstslide

Waarom gebruik je hier 's ?

my friend's car
that dog's toy
Jaimy's bike

Slide 7 - Woordweb

Wanneer gebruik je alleen ' ?

my parents' house
those ladies' shoes
the students' books

Slide 8 - Woordweb

Isn't this ______ book?
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 9 - Quizvraag

_____ trousers can be found on the top floor.
A
Men
B
Mens
C
Men's
D
Mens'

Slide 10 - Quizvraag

4. Did you read ______ newspaper?
A
yesterday
B
yesterdays
C
yesterdays'
D
yesterday's

Slide 11 - Quizvraag

5. David is ______ husband.
A
Anne's
B
Annes
C
Annes'
D
Anne

Slide 12 - Quizvraag

6. All the _____ books were in their lockers.
A
boys's
B
boyss
C
boys'
D
boys

Slide 13 - Quizvraag

7. My ________ house is pretty far away.
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 14 - Quizvraag

Sarah is ______ aunt. (Emily)
A
Emily's
B
Emilys'
C
Emilies

Slide 15 - Quizvraag

Which is correct?
A
The window of the room
B
The room's window

Slide 16 - Quizvraag

Which is correct?
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 17 - Quizvraag

Which is correct?
A
The name of the ship
B
The ship's name

Slide 18 - Quizvraag

Geef jezelf een cijfer in hoeverre je dit onderdeel hebt begrepen.
Cijfer van 1 t/m 10

Slide 19 - Open vraag

Start with exercize 9+10
on page, 237

done?
Homework : 1,2,4,6,7 

Slide 20 - Tekstslide