H1: Australië

H1 Australie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Australie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij van Australië?

Slide 3 - Woordweb

Kijk naar 2 filmpjes met algemene informatie over Australië.

Zie jij nu dingen die je nog niet wist?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Leerdoelen van deze les 
  • Je weet wat een gebied is
  • Je kunt uitleggen waar het bij aardrijkskunde over gaat
  • Je weet wat een kaart is
  • Je weet welke 4 onderdelen nodig zijn om een kaart te kunnen lezen
  • Je kunt met schaal werken

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen 
  • Gebied
  • Kaart
  • Kaartlezen
  • Schaal
  • Legenda
  • Noordpijl
  • Titel

Slide 7 - Tekstslide

1.1 Sydney
  • Bij aardrijkskunde gaat het over gebieden op de wereld. 
  • Gebied = stukje van de wereld

  • Bij aardrijkskunde zijn 2 vragen van belang:
- Waar zijn dingen?
- Waarom zijn die dingen daar?

  • Je kunt die vragen beantwoorden door er bijvoorbeeld naartoe te gaan, foto's te bekijken en door een kaart te gebruiken.
  • Kaart = verkleinde tekening van een gebied.
Een gebied is een stukje van de aarde. Op het kaartje zie je een stukje van onze eigen omgeving, Losser en omstreken.
Een kaart is een tekening waar de werkelijkheid in het klein op staat. Je hebt allerlei soorten kaarten: plattegrond, wegenkaart, weerkaart, topografische kaart enzovoort. Een kaart gebruik je om te zien hoe een gebied eruit ziet.

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb je nodig voor kaartlezen?
1- titel: wat is het onderwerp?
2- noordpijl: waar is het noorden?
3- legenda: uitleg kleuren en symbolen
4- schaal: hoeveel verkleind is het gebied

Slide 9 - Tekstslide

Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.

Hoe werkt het?

Slide 10 - Tekstslide

3

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

00:38
Op welke twee manieren kun je de schaal weergeven?
A
Met een schaalstok
B
Met de noordpijl
C
Met een legenda
D
Met een verhoudingsgetal

Slide 13 - Quizvraag

01:26
Hoeveel centimeters zitten er in een meter?
A
10
B
100
C
1000
D
100.000

Slide 14 - Quizvraag

01:46
Hoeveel plaatsen moet je de komma naar links opschuiven als je van centimeters naar kilometers rekent?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 15 - Quizvraag


schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer 
berekenen schaal
Je meet (in een rechte lijn!) met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt. 
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.

Slide 16 - Tekstslide

Soms staat er geen noordpijl op de kaart, hoe weet je dan waar het noorden is?

Slide 17 - Open vraag

Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?

Slide 18 - Open vraag

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide


✔Check je leerdoelen door het maken van de oefenvragen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een kaart?
A
Een tekening
B
een gebied
C
verkleinde tekening van een gebied
D
een afbeelding van een land

Slide 21 - Quizvraag

Wat laat de schaal van een kaart zien?
A
Hoeveel het gebied is vergroot
B
Hoeveel fruit erin past
C
Hoeveel een gebied is verkleind
D
Wat de legenda betekent

Slide 22 - Quizvraag

Een gebied is een stuk van het aardoppervlak.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Wat mist in deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Titel
D
Legenda

Slide 24 - Quizvraag

Deze kaart gaat over:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout

Slide 25 - Quizvraag

De verklaring van tekens en kleuren op de kaart. Welk begrip is hier omschreven?
A
kaart
B
Atlas
C
legenda
D
symbolen

Slide 26 - Quizvraag

Wat mist op deze kaart?
A
Schaal
B
Noordpijl
C
Legenda
D
Titel

Slide 27 - Quizvraag

Een kaart heeft een schaal van
1 : 800.000, wat betekent dit?
A
1 cm op de kaart is 8 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 80 km in werkelijkheid
C
1 cm op de kaart is 800 km in werkelijkheid
D
1 cm op de kaart is 800.000 km in werkelijkheid

Slide 28 - Quizvraag

De schaal van een kaart is 1:16.000.000.
Dit betekent:
A
1 cm op de kaart is 16.000km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is 1600 km
C
1 cm op de kaart is 160 km
D
1 cm op de kaart is 16 km in werkelijkheid

Slide 29 - Quizvraag

Als de schaal op een kaart 1:30.000.000 is, hoeveel kilometer is is cm op de kaart?
A
3 km
B
30 km
C
300 km
D
3000 km

Slide 30 - Quizvraag

Een kaart heeft een schaal van
1 : 50.000
Dit betekent dat 1 cm op de kaart =
A
50 km
B
0,5 km
C
5 km
D
5000 m

Slide 31 - Quizvraag

Afbeelding van de werkelijkheid in het klein
A
kaart
B
legenda
C
schaal
D
schaalstok

Slide 32 - Quizvraag

Er staat altijd een noordpijl op een kaart.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

De schaal van een kaart is 1: 4.000.000
1 cm is ....km?
A
4
B
400
C
40
D
4000

Slide 34 - Quizvraag

✔ Leerdoelen gehaald? Ja? ➡ Goed gedaan!
✔ Ging nog niet alles goed? ➡ Ga dan opnieuw aan de slag met de onderwerpen die je niet goed snapt..

Slide 35 - Tekstslide

Liever kijken in plaats van lezen? 
Dan is hier een filmpje met uitleg...

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Tot de volgende keer!

Slide 38 - Tekstslide