MA Havo 4 Pluriforme samenleving 4.3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenes naar het ziekenhuis vervoerd. Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! 

Hoe kan dit?

4.3 Hokjesdenken

• Je weet wat hokjesdenken is
• Je kan het verschil uitleggen tussen stereotypen en vooroordelen.
• Je kunt uitleggen wat sociale cohesie en polarisatie is

Hokjesdenken

= eerste automatische oordeel. 

Om de wereld overzichtelijk te maken heeft je brein allerlei hokjes waarin je automatisch mensen, dingen en situaties plaatst 

--> categoriseren

Negatief? Niet per se: stoel? Hé, dat is om op te zitten

Vooroordeel  

Een oordeel over iemand zonder dat je die persoon kent.

Opdracht: Bedenk minimaal 3 vooroordelen.

Oordelen over iemand die je niet kent = een vooroordeel  

Voorbeelden

• "Die man is zielig want hij is blind

• "Die boer heeft echt geen verstand"

• "Dat meisje is een dom blondje "
  
• "....en die Belg ook!". 

Stereotypen

Stereotypen en vooroordelen

Eén persoon!!

Een groep

Bedenk zelf een stereotype.

Huiswerk

Aan de slag (in stilte)

4.3 Opdracht 1 t/m 10

Klaar? PO

Laten leiden door vooroordelen kan zorgen voor discriminatie...

Discriminatie: Wanneer er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen 

Laten leiden door vooroordelen kan zorgen voor discriminatie...

Overleg, waarom? 

Bedenk twee voorbeelden

Discriminatie

- Arbeidsmarkt: ongelijke kansen

- Onderwijs: verwijzing mavo/havo/vwo

- Opsporing criminaliteit: meer aanhoudingen

- Op straat/sociale media

Stereotypen > Vooroordelen > Discriminatie 

Discriminatie en racisme

Discriminatie:

Iemand anders behandelen vanwege persoonlijke kenmerken (geslacht, religie, leeftijd)

Racisme:

Is discriminatie maar dan vanwege zijn huidskleur en afkomst.

0

Racisme

Wat heb je gezien?

Wat vind jij daarvan?

Heb je dat jezelf weleens gerealiseerd?

Polarisatie

Flinke spanningen tussen groepen

Door wij-zij-tegenstelling: groepen mensen tegenover elkaar doordat mensen graag hun groep als beter voorstellen dan anderen 

Sociale cohesie

Hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar

1. Die jongen is zielig,
want hij zit in een rolstoel.

1. Feit
2. Stereotype
3. Vooroordeel
4. 

2. Vrouwen worden ouder dan mannen.

1. Feit
2. Stereotype
3. Vooroordeel
4. 

3. Nederlanders zijn gierig.

1. Feit
2. Stereotype
3. Vooroordeel
4. 

Aan de slag (in stilte)

4.3 Opdracht 2, 3, 5, 8 en 9

Klaar? Aan de slag met je PO