1M T4 Grammar 2.0

Hi everyone, welcome!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hi everyone, welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
- Grammar repetition
of articles and imperative

- Present continuous
explanation and practise

- What did we learn?

Slide 2 - Tekstslide

Let's get going, team!

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal het woord 'articles'.

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn de articles in het Engels?

Slide 5 - Open vraag

Je gebruikt het lidwoord ''a'' bij woorden die beginnen met een...
A
klinkerklank, zoals a, e of o
B
medeklinkerklank, zoals b, d of g

Slide 6 - Quizvraag

Je gebruikt het lidwoord ''an'' bij woorden die beginnen met een ... ?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal het woord 'imperative'.

Slide 9 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een ''imperative''.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Present continuous
Je gebruikt de present continuous om aan te geven dat iets nu, op moment van spreken aan de gang is. Dit zie je vaak aan signaalwoorden als: now, at the moment, right now.


I am watching TV at the moment
I am drinking a glass of milk right now

Slide 13 - Tekstslide



Maar, hoe gebruik
ik het nou?

Slide 14 - Tekstslide

Present continuous
Eerst kies je tussen am, are of is:
I am
You are
He/she/it is
We are
You are
They are

Slide 15 - Tekstslide

Present continuous

Het enige wat je dan nog moet doen, is -ing achter het werkwoord zetten dat je moet gebruiken!

I am working
He is dancing

Slide 16 - Tekstslide

Present continuous
Kortom:
De present continuous geeft aan dat iets NU aan de gang is.
Je plakt am/are/is voor het werkwoord, en -ing erachter!

She is chatting with my friend at the moment
We are waiting for the bus now

Slide 17 - Tekstslide

She ... (walk) to school at the moment.
A
am walking
B
are walking
C
walks
D
is walking

Slide 18 - Quizvraag

I ... (lay) in bed right now.
A
lays
B
am laying
C
are laying
D
is laying

Slide 19 - Quizvraag

He ... (take) a bath.

Slide 20 - Open vraag

We ... (look) at houses in the area.

Slide 21 - Open vraag

Hoe goed begrijp jij de present continuous al?

1 = helemaal niet, 5 = wel oké, 10 = helemaal!
110

Slide 22 - Poll

See you on Thursday!

Slide 23 - Tekstslide