Als je een product wilt gaan vergelijken moet je informatie opzoeken waar let je dan op?
A
Eerlijkheid informatie.
B
Hoe het product gemaakt is.
C
Controleer je de website.
D
Je kijkt naar je eigen wensen.
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
Middelbare school
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Als je een product wilt gaan vergelijken moet je informatie opzoeken waar let je dan op?
A
Eerlijkheid informatie.
B
Hoe het product gemaakt is.
C
Controleer je de website.
D
Je kijkt naar je eigen wensen.
Slide 1 - Quizvraag
Wat doet een consumentenorganisatie?
A
Actie voeren bij fabrikanten of de overheid.
B
Producten testen en op de markt zetten.
C
Prijsverschillen berekenen.
D
Ze kijken naar de verschillende soorten merken.
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een A-merk
A
Lagere kwaliteit
B
Goedkoop product
C
Weinig reclame
D
Trouwe klanten
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een C-merk
A
Hoge prijs
B
Mindere kwaliteit
C
Veel reclames
D
Trouwe klanten
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld: een fles cola van de AH kost €1,20 en een fles cola van de Lidl kost €0,95. Hoeveel procent is de fles cola van de Lidl goedkoper dan die van de AH?
A
10%
B
15%
C
18%
D
20%
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kan je producten vergelijken in een winkel?
A
Door het etiket te lezen en te kijken naar de prijzen
B
Door te vragen aan een medewerker welk product beter is
C
Door te zoeken op het internet
D
Niet kijken maar gewoon kopen wat er het aantrekkelijkste uitziet
Slide 6 - Quizvraag
Zet de boodschappen in volgorde van goedkoop naar duur.
A
Lidl, Plus, AH, Jumbo
B
Jumbo, Lidl, Plus, AH
C
AH, Plus, Lidl, Jumbo
D
Lidl, Plus, Jumbo, AH
Slide 7 - Quizvraag
Wat kan de ACM doen wanneer bedrijven zich niet aan de regels houden?
A
Actie voeren
B
Bedreigen
C
Boetes geven
D
Winkel sluiten
Slide 8 - Quizvraag
Hoe noem je de invloed van grotere groepen consumenten?