Herhalingsles - Lezen - 2 - Feiten, meningen en argumenten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Theorie
Feiten:een feit kun je controleren.
We hebben voorjaarsvakantie van vrijdagmiddag 24-2 tm zondag 5-3.
Meningen:een mening is iets wat iemand vindt.
herkennen/signaalwoorden: ik vind.... - volgens mij - zij denkt dat....
Ik vind het echt fijn om vakantie te hebben.
Argumenten:uitleg waarom iemand iets vindt.
Ik vind vakantie fijn (mening), want ik heb dan tijd om veel te lezen en daar hou ik van (argument, waarom je iets vindt). Signaalwoorden: omdat, want, namelijk.
Zie ook blz. 217 van je lesboek - Examen doen
Slide 3 - Tekstslide
Testvragen
Je krijgt zo een aantal vragen. Je bepaalt of hier een feit, mening of argument staat.
A= 1 vinger omhoog
B= 2 vingers omhoog
C= 3 vingers omhoog
Slide 4 - Tekstslide
Staat hier een feit (I), mening (II) of argument (III)?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 5 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
OPDRACHT FEITEN, MENINGEN
EN ARGUMENTEN
Doel: - je kunt zelf feiten, meningen en argumenten in de krant herkennen.
- Je ziet ook dat er signaalwoorden gebruikt worden.
- Je leert dat een krant verschillende soorten teksten heeft.
Slide 9 - Tekstslide
WAAROM?
- Waarom doen we, denk je, deze opdracht?
Slide 10 - Tekstslide
STAPPENPLAN: OPDRACHT FEITEN, MENINGEN
EN ARGUMENTEN
Kies samen één artikel.
Pak een stuk krant en lees dit, gezamenlijk en aandachtig, door.
Noteer het nummer, het paginanummer, titel en jullie namen.
Noteer op het opdrachtformulier alle feiten, meningen en argumenten.
Noteer ook de signaalwoorden die bij het argument horen.
Je krijgt dus een kolom met feiten, meningen, argumenten en signaalwoorden (onder elkaar)
Lever het opdrachtformulier in aan het einde van de les.
timer
30:00
Slide 11 - Tekstslide
SPELREGELS
- Je werkt rustig samen.
- Een iemand noteert de antwoorden.
- Heb je een vraag, steek je vinger op. Ik kom je helpen. - Geluidsniveau: zachtjes praten.
- Eerder klaar? Kies nog een artikel.
- Blad vol? Werk op de achterkant verder.
Slide 12 - Tekstslide
Ik weet wat feiten, meningen en argumenten zijn:
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Samen lezen
Klassikaal lezen.
Tot het einde van de les.
Laatste vijf minuten: vragen, huiswerk, opruimen en afsluiten.