Spelling - bijvoeglijk naamwoord

2A Nederlands
25 september 2024
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2A Nederlands
25 september 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning (blokuur)
Les 1
Les 2
- Voorlezen
- Uitleg leerstof 
- Aan de slag (alleen)
- Korte pauze
- Voorlezen 
- Uitleg leerstof
- Aan de slag (in tweetallen)
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Voorlezen 
24 uur

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Spelling - bijvoeglijk naamwoord
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte en een lange vorm.

Lekker: het toetje is lekker - het lekkere toetje
Lang: de vakantie is lang - de lange vakantie

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Soms moet je iets extra's veranderen.

f wordt een v: lief --> lieve, actief --> actieve
s wordt een z: grijs --> grijze, serieus --> serieuze
de laatste letter verdubbelen: fris --> frisse, glad --> gladde
a, e, o of u weghalen: langzaam --> langzame, zuur --> zure

Slide 6 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden eindigen op -en of veranderen helemaal niet. 

wol: de trui is van wol, de wollen trui
plastic: de plastic tas, de tas is van plastic

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag - bijvoeglijk naamwoord
Rood boek =
Opdracht 1 t/m 7
Bladzijde 224 + 225

Blauw boek =
Opdracht 1 t/m 4
Bladzijde 232 + 233

Slide 8 - Tekstslide

Voorlezen 
24 uur

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
Je leert meervouden spellen

Slide 10 - Tekstslide

Meervouden op -en 
Zet -en achter het woord:

nacht --> nachten
gang --> gangen
boek --> boeken

Slide 11 - Tekstslide

Meervouden op -en 
Soms moet je ook iets anders doen:

De laatste letter verdubbelen: klas --> klassen; boek --> boeken
Een a, e, o of u weghalen: schaar --> scharen; sloot --> sloten
Een -s veranderen in een -z: huis --> huizen; paleis --> paleizen
Een -f veranderen in een -v: brief --> brieven; golf --? golven

Slide 12 - Tekstslide

Meervouden op -s
Zet een -s achter het woord:

balkon --> balkons
vakantie --> vakanties
bureau --> bureaus

Slide 13 - Tekstslide

Meervouden op -s
Gebruik 's als je het woord anders verkeerd uitspreekt en na -y.

foto --> foto's
pizza --> pizza's
hobby - hobby's

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
Sommige woorden hebben een meervoud op -en én -s.

groente --> groentes/groenten
aardappel --> aardappels/aardappelen

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Rood boek =
Opdracht 1, 2, 3 en 5
Bladzijde 226 + 227

Blauw boek =
Opdracht 1 t/m 5
Bladzijde 234 + 235

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
Je leert meervouden spellen.
Je leert bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Slide 17 - Tekstslide