10 maart - KRANTEN MEENEMEN - woordenschat journaal

Welkom!
Lezen
Woordenschat Journaal
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Lezen
Woordenschat Journaal

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
- Je leert nieuwe woorden kennen die te maken hebben met het journaal

Slide 2 - Tekstslide

Wat is nieuws volgens jou?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wie volgt er hier het nieuws?
Kranten, tv of via Instagram?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vaak volg je het nieuws?

Slide 7 - Tekstslide


Hoe wordt nieuws geselecteerd?



  • Mensen die nieuws samenstellen en verspreiden, werken op een redactie, de redacteurs
  • Hun teksten en foto's krijgen ze van journalisten en fotografen.



Slide 8 - Tekstslide


Hoe actueel is de gebeurtenis?

  • Nieuws is 'nieuw' (=actueel) en niet 'oud'
  • Sommig nieuws blijft 'langer actueel' (bijvoorbeeld aanslagen 9/11 en oorlogen)



Slide 9 - Tekstslide


Hoe bijzonder is het?

  • Nieuws moet bijzonder zijn
  • Hoe vreemder, heftiger, erger hoe beter
  • De ene zender vindt dit meer nieuws dan een andere zender



Slide 10 - Tekstslide


Hoe dichtbij is het?

  • Hoe dichterbij het nieuws, hoe belangrijker mensen het vinden
  • Herkenbaarheid zorgt ook voor een hogere nieuwswaarde: Ik hoop maar dat zoiets mij niet overkomt



Slide 11 - Tekstslide


Wat heeft de belangstelling 
van de lezers/kijkers?



  • Wat is de doelgroep?
  • Vergelijk maar het NOS Journaal met RTL4 Nieuws of het Jeugdjournaal!



Slide 12 - Tekstslide

Maak online de opdrachten 
Woordenschat, Journaal

Slide 13 - Tekstslide