De Kern 2.10

Wat is beleggen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is beleggen?

Slide 1 - Woordweb

2.10 Beleggen via een spaarrekekening 
Beleggen: het wegzetten van geld met als doel er rendement op te behalen

Rendement: het resultaat van de beleggingen. Dat kan worden uitgedrukt in een percentage of in een bedrag

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn 3 beleggingsmogelijkheden
  1. Spaarrekening
  2. Beursverhandelbare beleggingen
  3. niet-beursverhandelbare beleggingen 

Slide 3 - Tekstslide

Beleggen via een spaarrekening
- bij een bank of verzekeringsmaatschappij
- je krijgt een rentevergoeding over je spaargeld
- de hoogte van de rentevergoeding is afhankelijk van de     
   spaartermijn
- het is een veilige vorm van beleggen
- nadeel: rente is meestal niet erg hoog (want het risico op   
   verlies is laag)

 

Slide 4 - Tekstslide

Spaardeposito
- spaarrekening waarbij het geld een aantal jaren moet worden
   vastgezet
- hoe langer de termijn, hoe hoger de rente

 

Slide 5 - Tekstslide

Depositogarantiestelsel
Jouw geld is beschermd tot € 100.000 per rekeninghouder per bank als de bank in problemen komt (failliet gaat)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Probeer antwoord te geven op de volgende vragen:
  1. Hoeveel % van de Nederlandse bevolking spaart niet
  2. Wat wordt daarvoor als belangrijkste reden aangegeven?
  3. Ook als er wel voldoende geld is om te sparen wordt er niet veel gespaard. Welke redenen worden daarvoor gegeven? 
  4. Hoe kun je mensen ongemerkt laten sparen?
  5. Hoe denkt jullie groepje over ongemerkt sparen? Is dat een goed idee?

Slide 8 - Tekstslide

Nabespreking:

Slide 9 - Tekstslide

Met beleggen wordt (in de economie) bedoeld:
A
jouw werkzaamheden in een broodjeszaak
B
geld wegzetten om rendement te behalen
C
speculeren om koerswinst te behalen
D
hopen op winst in het casino

Slide 10 - Quizvraag

Als de spaartermijn langer is, is de rente over het algemeen
A
lager
B
hoger

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het depositogarantiestelsel?

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk voor dinsdag :
De Kern blz. 49 vraag 1 t/m 4
Lezen 2.10

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide