In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog van cursus 1.3?
Slide 1 - Tekstslide
Je onderzoekt wat er gebeurt als je een munt van 10 eurocent in azijn legt. Dit hoort bij geschiedenis.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Door de uitvinding van het wiel konden mensen spullen makkelijker vervoeren. Dit hoort bij geschiedenis.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
1. Kastelen werden vaak op een heuvel gebouwd. 4 2. Limburg ligt in het zuiden van Nederland, Friesland in het noorden. Beide zinnen horen bij geschiedenis.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Bij geschiedenis wordt een klok gebruikt om tijd in te delen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Bij geschiedenis wordt tijd ingedeeld met jaren of langere perioden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een eeuw is
A
10 jaar
B
100 jaar
C
1000 jaar
D
10.000 jaar
Slide 7 - Quizvraag
Bij de indeling naar historische perioden kennen we ...perioden.
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 8 - Quizvraag
Wanneer eindigde de oudheid?
A
3000 na Chr
B
500 na Chr
C
3000 voor Chr
D
500 voor Chr
Slide 9 - Quizvraag
In 58 voor Chr kwamen de Romeinen in Nederland dit is in de ......eeuw?
A
eerste eeuw voor Chr
B
eerste eeuw na Chr
C
tweede eeuw voor Chr
D
tweede eeuw na Chr
Slide 10 - Quizvraag
De 4 eeuw voor Chr is van ....
A
300 - 400 jaar voor Chr
B
400 - 500 voor Chr
C
200 - 300 voor Chr
D
300 - 400 na Chr
Slide 11 - Quizvraag
De jaartelling die wij gebruiken begint met het jaar 5.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
De middeleeuwen duurden 1000 jaar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
De jaartelling die wij gebruiken is de christelijke jaartelling.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Joden en Islamieten gebruiken ook de christelijke jaartelling.