- Je krijgt een tekst die in zes stukken is geknipt.
- Lees de zes tekstdelen.
- Leg ze in de juiste volgorde.
- Klaar? Vergelijk jouw volgorde met die van je buurvrouw/-man.
- Hebben jullie dezelfde volgorde? Waarom wel/niet?
- Extra: zitten er moeilijke woorden in de tekst? Kunnen jullie samen
de betekenis(sen) ervan raden?