H3: Het vreemd vermogen van de NV

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Lang vreemd vermogen
Looptijd > 1 jaar:
  • Hypothecair (onderpand)
  • Onderhands (via via)
  • Achtergesteld (balen bij faillissement!)
  • Voorzieningen
  • Obligatielening
  • Leaseverplichtingen voor lange termijn (zie 3.4)

Slide 2 - Tekstslide

3.2 Kort vreemd vermogen
Vervallen doorgaans < 1 jaar
  • RC krediet
  • Leveranciers (ontvangen) & Afnemerskrediet (ontvangen)
  • Belastingschuld 
  • Koop op afbetaling (koper = direct eigenaar)
  • Huurkoop (pas na laatste betaling is koper eigenaar)

Slide 3 - Tekstslide

Leverancierskrediet vs afnemerskrediet
Woonboulevard (leverancier) en blij gezin (afnemer)
Redeneer vanuit leverancier(=bedrijf)
Gezin betaalt vooruit: ontvangen afnemerskrediet
Woonboulevard levert vast, gezin
betaalt later? 
vertrekt Leverancierskrediet

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Voorzieningen (Vwo)
Bijzondere vorm van vreemd vermogen
Bestemming is bekend maar nog niet
bekend wanneer en aan wie
VB: onderhoud, rechtzaak, pensioen,
garantie
nb. voorziening wordt wel uit resultaat
gehaald (kosten) en verlaagd dus de winst

Slide 5 - Tekstslide

3.4 Leasen
Soort vorm van huren van vaste activa

Operational lease ; vorm van huren waarbij je na een jaar weer kan opzeggen, eigendom bij verhuurder, staat niet op de balans en restwaarde > 5%
Financial lease; vorm van financiering vh activum, voor hele gebruiksperiode, economisch eigendom bij huurder dus op balans en restwaarde <5%

Slide 6 - Tekstslide

3.4/3.5 Obligatielening
  • Zelf een obligatielening afsluiten als bedrijf; langlopende schuld met vaste looptijd en rente
  • Meest bekende vorm zijn staatsobligaties die overheden uitgeven om begrotingstekort te dekken maar bedenk dat dit veelal effecten zijn om te beleggen (activa kant)
  • Bedrijven en banken/verzekeraars geven ook obligaties uit
  • converteerbare = om te zetten naar aandeel

Slide 7 - Tekstslide

3.5 Obligatielening (vwo)
Emissiewaarde afhankelijk van:
  • looptijd, voorwaarden, renteverschil (zie 3.11)

Obligatie kan worden omgezet in aandelen. Dit is een converteerbare obligatielening. Omwisselkoers wordt bepaald door:
  • nominale waarde aandeel, beurswaarde bestaande aandelen (zie 3.12)

Slide 8 - Tekstslide

3.5/3.6 Off balance-sheet
Off balance-sheet verplichtingen (niet uit balans af te lezen) vb huurovereenkomsten, leaseverplichtingen etc.
  • staan niet op de balans maar vormen (op termijn) wel schuld
  • zijn contractueel aantoonbaar
  • moeten er echt zijn
  • bedrijf maakt wel gebruik van activa maar is geen economische eigenaar



Slide 9 - Tekstslide

3.7 Afdekken risico (Vwo)
Afdekken risico van risico heet hedgen
Meest bekende zijn opties, futures 
Huren van activa ipv kopen is ook vorm van risico afdekken maar staat niet op de balans (zie 3.6) 

Slide 10 - Tekstslide