Na het voorbereiden van de grond kun je het gazon zaaien. Kies een dag uit met weinig tot geen wind. Indien de grond erg droog is kun je deze licht vochtig maken.
Strooi het gazonzaad één keer in de lengte en één keer in de breedte van het gazon. Op deze manier vergroot je de kans dat het zaad gelijkmatig over de bodem verdeeld wordt.
Hark na het zaaien de bodem oppervlakkig aan. De zaadjes mogen daarbij niet te diep in het zand verdwijnen omdat ze dan verstikt raken onder een laag zand. Licht inharken is voldoende.
Om ervoor te zorgen dat het graszaad goed contact maakt met de grond is het nodig dat de grond goed aangedrukt wordt. Gebruik hiervoor een wals.