2m2 les 25

Welkom!
Doel van de les: je weet wat telwoorden zijn en kunt ze herkennen in zinnen. Je kunt tekstverbanden herkennen.

1. Jeugdjournaal

2. Nakijken huiswerk grammatica woordsoorten blz. 111: opdracht 3

3. Oefentoets leesvaardigheid afmaken.

4. Digitaal werken:
Grammatica Woordsoorten - hoofdstuk 3 - extra 
Grammatica Woordsoorten - hoofdstuk 3 - test


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Doel van de les: je weet wat telwoorden zijn en kunt ze herkennen in zinnen. Je kunt tekstverbanden herkennen.

1. Jeugdjournaal

2. Nakijken huiswerk grammatica woordsoorten blz. 111: opdracht 3

3. Oefentoets leesvaardigheid afmaken.

4. Digitaal werken:
Grammatica Woordsoorten - hoofdstuk 3 - extra 
Grammatica Woordsoorten - hoofdstuk 3 - test


Slide 1 - Tekstslide

Welk zinsdeel is wie of wat?

Wie komt er iedere dag te laat?

Wat heb jij gedaan? 

Wie heb jij dat allemaal verteld?

Wat staat er op tafel?

Slide 2 - Tekstslide

Maak nu tweetallen. 

Verzin een bedrijfsnaam/product/product met merknaam.

Verzin een pakkende reclameslogan.

Teken of ontwerp digitaal een reclameposter met deze slogan voor jullie bedrijf/product.

Lever in aan het einde van de les.

Slide 3 - Tekstslide

grammatica woordsoorten hs 3 nog doen!!!
en maak zelf zinnen met wie en wat als onderwerp en als lv of mv

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een tekstverband?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?

Slide 8 - Tekstslide

Eerst eet ik mijn brood op en daarna ga ik naar de les.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 9 - Quizvraag

Ik vond de toets moeilijk, maar ik had een goed cijfer.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb op school Engels en Nederlands. Bovendien hebben we wiskunde en geschiedenis.
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf nu zelf 3 zinnen in je schrift:

1. een zin met een chronologisch tekstverband

2. een zin met een opsommend tekstverband

3. een zin met een tegenstellend tekstverband

Slide 12 - Tekstslide

Selectiecriteria leesboek
- je kiest een boek voor 12+ (controleer op www.jeugdbibliotheek.nl)
- je kiest een boek dat origineel in het Nederlands is geschreven (géén vertaling)
- je kiest een boek dat niet verfilmd is (check op Google!)


Slide 13 - Tekstslide

Toetsplanning 2m2
Periode 1
so woordenschat H1 (2x) ma 16 sept.
diagnostische toets werkwoordspelling (0x) vr 27 sept.
so schrijven (over zeilweek) (2x) do 17 okt.
GPW: lezen H1 + H2, grammatica zinsdelen en woordsoorten H1 (4x) week van 4 nov.

Periode 2
so boektoets (2x) deadline filmpje is 29 november
so spelling H2 (2x) 9 december
GPW: lezen H1 t/m H3, grammatica zinsdelen en woordsoorten H1 t/m H3 (4x) week van 20 januari

Periode 3
so boek Knalhard (2x) 14 februari 
so betoog schrijven (2x)
so spreken (verkooppraatje) (2x)
so grammatica zinsdelen H1 t/m H3 + grammatica woordsoorten H1 t/m H4 (2x)
GPW: lezen H1 t/m H5 (4x)

Periode 4
so werkwoordspelling (2x)
diagnostische toets fictie
GPW: lezen H1 t/m H6 + gramm zinsdelen H1, 2, 3 ,5 + gramm woordsoorten H1 t/m H6 (4x)



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

VRIJDAG LEESDAG

GA ZITTEN, PAK  JE LEESBOEK, START METEEN MET LEZEN

Slide 16 - Tekstslide

Welk woord is hier tweemaal verborgen, en hoe: treeggegnillingeggeert ?

Hij die het maakt, wil het niet hebben. Hij die het koopt, zal het niet gebruiken. Hij die het gebruikt, heeft er geen weet van. Over wat hebben we het hier?

Het heeft een been, maar het kan niet lopen. Het heeft twee vleugels, maar het kan niet vliegen. Het draagt een bril, maar het kan niet zien. Het heeft haar, maar het kan niet gekamd worden? 

 
 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide