H4: De honderdjarige oorlog

De Late Middeleeuwen
Het tijdvak van steden en staten
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Late Middeleeuwen
Het tijdvak van steden en staten

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen proefwerk:
Hoofdstuk 1: werken in de stad 
Hoofdstuk 2: baas boven baas
Hoofdstuk 3: de verovering van Engeland
Hoofdstuk 4: de honderdjarige oorlog
Hoofdstuk 5: veilig maar vies


Slide 3 - Tekstslide

De volgende vragen kun je na deze les beantwoorden:
1. Hoe ontstond de guldensporenslag en wie waren erbij betrokken?
2. Waarom kozen de rijke burgers van Vlaanderen de kant van de Franse koning bij de Guldensporenslag?
3. Waarom kozen de arme burgers van Vlaanderen de kant van graaf Gwijde bij de Guldensporenslag?
4. Hoe liep de guldensporenslag af?
5. Hoe ontstond de honderd jarige oorlog en wie waren daarbij betrokken?
6. Wie was Jeanne d’Arc en waarom was zij belangrijk voor de Frankrijk in de honderd jarige oorlog?
7. Hoe gingen de Franse koningen Frankrijk besturen na de honderdjarige oorlog

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van...
oorlog in de middeleeuwen?

Slide 5 - Woordweb

De Guldensporenslag
De honderdjarige oorlog

Slide 6 - Tekstslide


De Guldensporenslag 

  • De graaf van Vlaanderen, een rijk gewest, was leenman van de Franse koning
  • De graaf trok zich maar weinig aan van de Franse koning.
  • De koning stuurde daarom een leger naar Vlaanderen.
  • Hij wilde graag dat de rijke Vlaamse steden, zoals Gent en Brugge, zich bij hen zouden aansluiten.
  • Daarom beloofde hij hen belastingverlaging als zij zich bij hem zouden aansluiten
Brugge was in de Middeleeuwen een van de rijkste steden van Vlaanderen. Omdat Brugge tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) nauwelijks is beschadigd, kun je ook nu nog (delen van) de middeleeuwse stad bekijken.

Slide 7 - Tekstslide


De Guldensporenslag 

  • De belastingverlaging gold niet voor arme burgers. Daarom steunden zij de Vlaamse Graaf.
  • In 1302 werd de ruzie uitgevochten. 
  • Ondanks minder paarden en wapens werd het Franse ridderleger verslagen
  • Na het gevecht vonden de overwinnaars op het slagveld honderden gouden sporen van gesneuvelde Franse ridders. 
  • Hieraan dankt deze veldslag de naam Guldensporenslag.
Sporen zijn de kleine metalen punten die ruiters aan hun laarzen dragen om een paard ‘aan te sporen’.

Slide 8 - Tekstslide


De Guldensporenslag was in 1302.
In welke eeuw was dat?
A
12e eeuw
B
13e eeuw
C
14e eeuw
D
15e eeuw

Slide 9 - Quizvraag

Hoe verliep de Guldensporenslag?
Ga in je boek naar pagina 14 en maak bij opgave
Havo: 1 a t/m d 
vmbo tl 2 a t/m d
Hierna bespreken we de antwoorden.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

De juiste antwoorden
a. Omdat de graaf niet goed naar de koning luisterde.
b. De rijke burgers kozen partij voor de koning. Dat deden ze, omdat ze dan minder belasting hoefden te betalen.
c. De arme burgers kozen partij voor graaf Gwijde. Dat deden ze, omdat zij géén belastingverlaging kregen.
d. B: graaf Gwijde van Vlaanderen D: arme Vlaamse burgers

Slide 11 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog 
  • De koning van Engeland, Edward III, bezat een enorm gebied in Zuidwest-Frankrijk (Aquatanië).
  • Officieel had hij dit gebied in leen van de Franse koning Filips VI: hij was dus leenman van de koning
  • Deze wilde het gebied terug hebben. 
  • Edward III wilde dit voorkomen (en koning van Frankrijk worden) en stuurde in 1337 zijn leger naar Frankrijk: het begin van de Honderjarige Oorlog
Hoewel hij slechts een leenman was van de Franse koning, was Edward eigenlijk de baas in een stuk van Frankrijk: het rode stuk in het zuidwesten van het land.

Slide 12 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog 


  • Hoewel het Franse leger veel groter was, won het Engelse leger de eerste gevechten. 
  • In 1356 werd de Franse koning Jan II zelfs gevangen genomen tijdens de Slag bij Poitiers.
  • Edward veroverde al snel grote delen van Frankrijk, maar rond 1360 liep het Engelse leger vast en kwam er een wapenstilstand.
De Engelse longbows waren veel effectiever dan de Franse kruisbogen. Met hun grote handbogen konden die in hoog tempo pijlen op de Fransen afschieten, die zelfs een harnas konden doorboren. De Slag bij Crecy (1346) werd daarom door het Engelse leger gewonnen.

Slide 13 - Tekstslide


De Honderdjarige oorlog 
  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 14 - Tekstslide

Wat waren oorzaken en gevolgen van de 100 jarige oorlog?
Havo ga in je boek naar pagina 14 en maak bij opgave 3 a-c
Vmbo tl ga in je boek naar pagina 14 en maak bij opgave 4 a-c

Hierna bespreken we de antwoorden.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

De juiste antwoorden:
a. 1. Heer 2. Koning 3. Leenmannen
b. 1. Hij vond dat hij zelf koning van Frankrijk hoorde te zijn. 2 hij bang was om handelsinvloed in Vlaanderen en Aquitanië te verliezen.3 de Fransen steun gaven aan een vijand van Engeland, de Schotten.
c. Succesvolle handel met Vlaanderen en Aquitanië werd bedreigd door Fransen

Slide 16 - Tekstslide

De volgende vragen kun je na deze les beantwoorden:
1. Hoe ontstond de guldensporenslag en wie waren erbij betrokken?
2. Waarom kozen de rijke burgers van Vlaanderen de kant van de Franse koning bij de Guldensporenslag?
3. Waarom kozen de arme burgers van Vlaanderen de kant van graaf Gwijde bij de Guldensporenslag?
4. Hoe liep de guldensporenslag af?
5. Hoe ontstond de honderd jarige oorlog en wie waren daarbij betrokken?
6. Wie was Jeanne d’Arc en waarom was zij belangrijk voor de Frankrijk in de honderd jarige oorlog?
7. Hoe gingen de Franse koningen Frankrijk besturen na de honderdjarige oorlog

Slide 17 - Tekstslide

Hoe verwerken we de stof
Je maakt een samenvatting over de hoofdstukken die we behandelen.
Hoe doe je dit:
Stap 1: lees de tekst en arceer belangrijke onderdelen.
Stap 2: kijk welke belangrijke jaartallen en begrippen in de tekst staan en werk deze uit in je samenvatting.
Stap 3: je schrijft in je eigen woorden (dus niet letterlijk de tekst overnemen uit het boek) aan de hand van de kopjes in de tekst een samenvatting.

Elke week werken we aan 1 a 2 hoofdstukken op deze manier.
Elke week controleer ik jullie werk en stel ik herhaal vragen over de leerdoelen.
Deze opdracht en een voorbeeld van een samenvatting staat op itslearning.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe verwerken we de stof
De opgaven maken van het hoofdstuk waar we mee bezig zijn.
Hoe doe je dit:
Stap 1: lees de tekst en arceer belangrijke onderdelen.
Stap 2: Maak de opgaven zorgvuldig en vraag hulp waar nodig



Elke week werken we aan 1 a 2 hoofdstukken op deze manier.
Elke week controleer ik jullie werk en stel ik herhaal vragen over de leerdoelen.
Deze opdracht en een voorbeeld van een samenvatting staat op itslearning.

Slide 19 - Tekstslide

De Late Middeleeuwen
Het tijdvak van steden en staten

Slide 20 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 21 - Tekstslide

De volgende vragen kun je na deze les beantwoorden:
1. Hoe ontstond de guldensporenslag en wie waren erbij betrokken?
2. Waarom kozen de rijke burgers van Vlaanderen de kant van de Franse koning bij de Guldensporenslag?
3. Waarom kozen de arme burgers van Vlaanderen de kant van graaf Gwijde bij de Guldensporenslag?
4. Hoe liep de guldensporenslag af?
5. Hoe ontstond de honderd jarige oorlog en wie waren daarbij betrokken?
6. Wie was Jeanne d’Arc en waarom was zij belangrijk voor de Frankrijk in de honderd jarige oorlog?
7. Hoe gingen de Franse koningen Frankrijk besturen na de honderdjarige oorlog

Slide 22 - Tekstslide

De honderdjarige oorlog

Slide 23 - Woordweb

Wat zijn oorzaken van de 100 jarige oorlog?
A
De Franse koning had het Engelse leen Aquitanië afgepakt, dat kostte hem geld omdat de wijn nu van de Franse koning was
B
De Engelse koning was boos dat hij geen koning van Frankrijk mocht worden nu de Franse koning dood was.
C
De Engelse koning was boos omdat de Franse koning de schotten steunde in hun oorlog tegen hem
D
De Engelse koning was bang dat Frankrijk de handel met Vlaanderen in wol stop zou zetten en dat kostte veel geld.

Slide 24 - Quizvraag

Wie was er in voor 1400 aan het verliezen?

Slide 25 - Open vraag


De Honderdjarige oorlog 
  • In de jaren die volgen, laait de strijd regelmatig weer op, waarbij zowel de Engelsen en Fransen veldslagen winnen.
  • Rond 1420 ziet het er erg slecht uit voor de Fransen: grote delen van het land zijn door de Engelsen veroverd.
  • Een jong Frans meisje, Jeanne d'Arc, weet de Engelsen echter de verslaan bij Orléans: vanaf dat moment worden de Engelsen uit Frankrijk verdreven.
  • In 1453 is de Honderdjarige oorlog voorbij.
Rond 1420 hadden de Engelsen grote delen van Frankrijk veroverd.

Slide 26 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Toen ze 13 was, hoorde ze stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • Karel VII gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij een heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne was een dertienjarig Frans meisjeToen ze dertien jaar was, hoorde ze stemmen in haar hoofd die haar zeiden dat ze de stad Orléans van de Engelsen moest bevrijden. De stemmen kwamen van God, geloofde Jeanne. Zonder het aan haar ouders te vragen, ging ze naar een stad in de buurt. Daar verbleef een Franse generaal, wist ze. Hij stuurde Jeanne naar de Franse koning Karel VII. Deze geloofde haar, en liet Jeanne een grote groep soldaten leiden. Met dit leger had Jeanne, toen pas zeventien jaar, veel succes. Maar een jaar later werd ze gevangengenomen en aan de Engelsen verkocht. Die sloten haar op en begonnen een rechtszaak tegen haar. Volgens de rechter waren de stemmen die Jeanne hoorde van de duivel en was ze dus een heks. Daarom werd ze levend verbrand.

Slide 27 - Tekstslide

Jeanne d'Arc
1412-1431


  • Dit Franse meisje hoorde stemmen die haar vertelden dat ze de Fransen moest helpen bij de stad Orléans.
  • De Franse koning gaf haar een leger, waarmee zij de Engelsen versloeg.
  • Een paar jaar later werd ze echter gevangen genomen en aan de Engelsen verkocht.
  • Die zeiden dat zij en heks was en verbrandde haar op de brandstapel
Jeanne krijgt een visioen
Jeanne wordt verhoord
Slag bij Orléans
Jeanne op de brandstapel

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Waarom vindt deze video Jeanne d'Arc zo'n stoere vrouw?

Slide 30 - Open vraag

Gevolgen van de 100 jarige oorlog voor Engeland.
  • Koning raakte alle gebieden in Fra. kwijt.
  • Economie was uitgeput door hoge kosten van de oorlog. 
  • Nationale gevoel van eenheid sterker (wat is nu 'echt' Engels zoals de taal en cultuur). 
  • 3 Standenmaatschappij/ samenleving=> 1e stand geestelijkheid, 2e stand adel, 3e stand boeren en burgers.
  • Parlement (adviesraad koning van edelen en geestelijken) kreeg steeds meer macht, koning steeds minder macht.

Slide 31 - Tekstslide

Gevolgen van de 100 jarige oorlog voor Frankrijk
  • Koning kreeg meer gebied, meer macht. 
  • Economie meer uitgeput door hoge kosten en schade van de gevechten.
  • Nationale gevoel van eenheid versterkte (wat is nu 'echt' Frans zoals taal, cultuur).
  • 3 Standenmaatschappij/ samenleving.
  • Staten-Generaal (bijeenkomst 3 standen voor advies aan koning) werd steeds minder bijeengeroepen, de koning kreeg steeds meer macht nam steeds meer gebied van adel af. 

Slide 32 - Tekstslide


Gevolgen van de oorlog


  • De Fransen hadden de Honderdjarige Oorlog gewonnen.
  • Na de oorlog nam de macht van koning toe. Hij wilde niet meer afhankelijk zijn van onbetrouwbare leenmannen, tijdens een oorlog of voor inkomsten.
  • Hij kwam met nieuwe belastingen en wilde goede handel.
  • Frankrijk werd hierdoor een land waarin de koning de machtigste man was. 
  • Hij bepaalde vanuit zijn hoofdstad wat er gebeurde. Dit noem je centralisatie.
Lodewijk XI was een koning die zijn enorm veel macht en invloed kreeg. ZIjn tegenstanders noemden hem wel eens 'een spin'. Omdat hij zijn tegenstanders in 'een web van macht' ving.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste gevolg van de 100 jarige oorlog?
Gebruik het begrip centralisatie

Slide 34 - Open vraag

Hoe kreeg de franse koning meer macht in zijn land?
Vmbo tl in je boek pagina 16 7 a-c 
Havo in je boek pagina 17 opgave 9 a-c 
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

De juiste antwoorden
a. Hij zorgde dat hij meer geld kreeg, waardoor hij zélf een groot leger kon betalen.
b. Hij zorgde dat handelaren en andere burgers zijn kant kozen.
2. Voor iedere inwoner van het land golden dezelfde regels.
3. Het land werd bestuurd vanuit de hoofdstad.

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • Guldensporenslag
  • Honderdjarige oorlog
  • centralisatie

Slide 37 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Edward III
  • Filips VI
  • Karel VII
  • Jeanne d'Arc
  • Lodewijk XI

Slide 38 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1302: Guldensporenslag
  • 1337-1453: Honderdjarige Oorlog
  • 1431: Jeanne d'Arc wordt op de brandstapel verbrand

Slide 39 - Tekstslide

Hoe verwerken we de stof
Je maakt een samenvatting over de hoofdstukken die we behandelen.
Hoe doe je dit:
Stap 1: lees de tekst en arceer belangrijke onderdelen.
Stap 2: kijk welke belangrijke jaartallen en begrippen in de tekst staan en werk deze uit in je samenvatting.
Stap 3: je schrijft in je eigen woorden (dus niet letterlijk de tekst overnemen uit het boek) aan de hand van de kopjes in de tekst een samenvatting.

Elke week werken we aan 1 a 2 hoofdstukken op deze manier.
Elke week controleer ik jullie werk en stel ik herhaal vragen over de leerdoelen.
Deze opdracht en een voorbeeld van een samenvatting staat op itslearning.

Slide 40 - Tekstslide

Hoe verwerken we de stof
De opgaven maken van het hoofdstuk waar we mee bezig zijn.
Hoe doe je dit:
Stap 1: lees de tekst en arceer belangrijke onderdelen.
Stap 2: Maak de opgaven zorgvuldig en vraag hulp waar nodig



Elke week werken we aan 1 a 2 hoofdstukken op deze manier.
Elke week controleer ik jullie werk en stel ik herhaal vragen over de leerdoelen.
Deze opdracht en een voorbeeld van een samenvatting staat op itslearning.

Slide 41 - Tekstslide