In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.4 Zakelijke teksten
Les 1: Leesstrategieën
Nederlands
B2D
Februari 2021
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
kun je de verschillende leesstrategieën opnoemen
kun je herkennen welke leesstrategie wanneer ingezet wordt bij het lezen van een tekst
Slide 2 - Tekstslide
Programma
-Wat weet je al?
-Uitleg leesstrategieën
-Toepassen
Slide 3 - Tekstslide
Je krijgt een brief van school over de coronamaatregelen. Hoe lees jij deze brief?
A
Ik lees de hele brief drie keer en markeer belangrijke gedeeltes
B
Ik lees de brief één keer aandachtig
C
Ik lees alleen de gedeeltes die over de onderbouw gaan
D
Brief van school...?
Slide 4 - Quizvraag
Je moet leren voor ak. Hoe lees je een paragraaf?
A
Ik bekijk alleen titel, tussenkopjes, plaatjes
B
Ik lees alleen de tekst rondom de dikgedrukte begrippen
C
Ik lees de tekst één keer en markeer belangrijke zinnen
D
Ik lees de tekst vier keer helemaal door
Slide 5 - Quizvraag
Je krijgt een valentijnskaart met een tekst erop. Hoe lees je dit?
A
Ik kijk alleen van wie de kaart is
B
Ik kijk het even gauw door
C
Ik lees de tekst aandachtig
D
Ik lees de tekst een keer snel en daarna drie keer opnieuw
Slide 6 - Quizvraag
Leesstrategieën
Uit voorgaande vragen blijkt: niet elke tekst lees je op dezelfde manier. Je manier van lezen is afhankelijk van:
-Wat voor soort tekst is het?
-Wat wil je met de tekst?
Slide 7 - Tekstslide
Leesstrategieën
De manier van lezen noemen we ook wel leesstrategieën.
We hebben het dan over het lezen van zakelijke teksten, oftewel: non-fictie
Wat is ook alweer non-fictie?
Slide 8 - Tekstslide
Welke 2 uitspraken zijn juist?
A
Fictie is een verzonnen verhaal
B
Non-fictie is een roman
C
Fictie is een tekst met controleerbare feiten
D
De uiteenzetting is een voorbeeld van non-fictie
Slide 9 - Quizvraag
Welke leesstrategieën ken je nog uit klas 1?
Slide 10 - Open vraag
Oriënterend lezen
Je bekijkt:
De titel, de bron, de inleiding, de tussenkopjes, het slot, de
vette of cursieve tekst en de illustraties.
Je kijkt naar de lay-out en typografie.
Slide 11 - Tekstslide
Globaal lezen
Je bekijkt:
De opbouw van de tekst: inleiding – kern - slot.
Je leest de eerste en laatste zinnen van elke alinea.
Wat is het onderwerp? Wat zijn de deelonderwerpen?
Wat zijn de kernzinnen van de alinea’s?
Slide 12 - Tekstslide
Je zoekt een bron voor je uiteenzetting via Google. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
Slide 13 - Quizvraag
Je hebt een geschikte bron gevonden voor je uiteenzetting, en je zoekt nu naar jouw specifieke onderwerp. Welke leesstrategie?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
Slide 14 - Quizvraag
Intensief lezen
Wat is de hoofdgedachte van de tekst ?
Je begrijpt de tekst volledig: woordbetekenissen en
tekstverbanden. Je kijkt naar signaalwoorden en
verwijswoorden.
Slide 15 - Tekstslide
Kritisch lezen
Wat is het tekstdoel van de schrijver en hoe probeert hij dat
te bereiken? Wat is het standpunt? Wat is argument?
Wat is een feit?
Wat is een mening?
Slide 16 - Tekstslide
Je hebt bepaald dat je bron geschikt is voor je uiteenzetting. Hoe ga je vervolgens de tekst lezen?
A
Oriënterend lezen
B
Globlaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 17 - Quizvraag
Onderwerp: indianen nu. Je leest een petitie voor schadevergoeding voor de indianen. Hoe lees je dit?
A
Oriënterend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen
Slide 18 - Quizvraag
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor aardrijkskunde moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over fotosynthese. Je leest de tekst in je biologieboek.
Situatie 4:
Je leest een ingezonden brief in de krant over corona. De arts die de brief heeft geschreven, heeft de reputatie een virusontkenner te zijn.
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Kritisch lezen
Slide 19 - Sleepvraag
Aan de slag/huiswerk
Maken Werkboek 2.4 Over non-fictie: zakelijke teksten