4.2 Winst

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht

timer
8:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht

timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht
Bespreken opdracht.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik weet hoe je de winst berekent.
  • Ik weet wat verlies is.
  • KB Ik kan uitleggen wat investeren is.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer ben je een ondernemer?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Opbrengst van de verkoop
Het geld dat je ontvangt door het verkopen van goederen en diensten.

Slide 7 - Tekstslide

Je verkoopt 64 bossen bloemen voor € 12 per stuk. Wat is de opbrengst van de verkopen? Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Open vraag

Kosten
Om te kunnen produceren maak je kosten.

Slide 9 - Tekstslide

Welke kosten kun je hebben als bloemenkraam?

Slide 10 - Open vraag

Winst
Winst = opbrengsten – kosten
Winst is een positief resultaat.

Slide 11 - Tekstslide

Winst
Verkoopopbrengst is hoger dan de kosten.
Dit noem je een positief resultaat.

Slide 12 - Tekstslide

Welke kosten kun je hebben als bloemenkraam?

Slide 13 - Open vraag

Verlies
Kosten hoger dan de verkoopopbrengsten.
Dit noem je een negatief resultaat.

Slide 14 - Tekstslide

Failliet
Als een bedrijf langere tijd verlies lijdt en de schulden niet kan betalen.

Slide 15 - Tekstslide

KB Kaptitaalgoederen
Om te kunnen produceren heeft een bedrijf kapitaalgoederen nodig.
Kapitaalgoederen zijn machines, gereedschap, voortuigen of gebouwen. 

Slide 16 - Tekstslide

KB Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen noem je investeren.

Slide 17 - Tekstslide

Toepassen

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten.
Kijk na en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

De kosten die je hebt gemaakt moet je van de winst aftrekken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Een negatief resultaat noem je een verlies.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag