quizzzz Indonesie
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
NL werd in 1813 een constitutionele monarchie. Wat is dat?
A
Staatsvorm met erfelijk koningschap, macht van de koning is vastgelegd in een grondwet.
B
Staatsvorm met een gekozen koning.
C
Staatsvorm waarbij de koning alle macht heeft en met niemand hoeft te overleggen.
D
Staatsvorm waar geen koning is, maar een koningin.
Slide 2 - Quizvraag
Waarom scheidde Belgie zich van de Nederlanden af in 1830?
A
De Belgen wilden graag dat het hele koninkrijk katholiek werd en dat wilde Willem I niet.
B
De Nederlanders hadden een hekel aan de Belgen, dus gooiden ze de Belgen uit het koninkrijk.
C
De Belgen praatten Frans en dat verstond Willem I niet.
D
De Belgen vonden Willem te autoritair. Ze vonden ook dat hij de Hollanders voortrok.
Slide 3 - Quizvraag
Welke gebieden behoorden tot het koninkrijk der Nederlanden in 1813?
A
Frankrijk, Nederland en Duitsland
B
Nederland, Luxemburg, Belgie en Nederlands Indie
C
Engeland, Belgie en Nederland
D
Duitsland en Nederland en Azie
Slide 4 - Quizvraag
Wat waren bijnamen van Willem I?
A
kapitaalkoning en koopmankoning
B
kunstkoning en kapitaalkoning
C
Kanalenkoning en koopmankoning
D
kabinetkoning en kanalenkoning
Slide 5 - Quizvraag
Willem I wilde dat Nederlands Indie meer geld opbracht.
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 6 - Quizvraag
Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken
Slide 7 - Quizvraag
Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM
Slide 8 - Quizvraag
Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 9 - Quizvraag
Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.
Dit geld noemen we:
Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht
Slide 10 - Quizvraag
Op welke manier gingen de Nederlanders met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het bestuur intact en plaatsten er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.
Slide 11 - Quizvraag
Waarom betrokken de Nederlandse bestuurders de Indonesische adel bij het bestuur van Java?
A
Omdat de Indonesische adel bij de verkiezingen inspraak eiste in het bestuur
B
Omdat de Indonesiers beter luisterde naar de eigen vorsten dan naar de Nederlandse bestuurders
C
Omdat de Nederlandse bestuurders zich hielden aan een oud verdrag waarin dat was vastgelegd
Slide 12 - Quizvraag
Multatuli had veel commentaar op het cultuurstelsel. Hoe heette hij in werkelijkheid?
A
Max Havelaar
B
Max Stopelmans
C
Max Eduard Dekker
D
Eduard Douwes Dekker
Slide 13 - Quizvraag
Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Nederlands Indie uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.
Slide 14 - Quizvraag
Welke motieven speelden bij het Modern Imperialisme (van NL) een rol?
A
Handel, poltiek en geld motieven
B
Economische, politieke en culturele motieven
C
Handel, winst en
'jezelf beter voelen dan de Indonesiers' motieven
D
Economische, Handel en winstmotieven
