Les 09-10-2020, paragraaf 1.6

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
30 minuten: aan het werk!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
30 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Pietje heeft €500,- gespaard. Hij krijgt 2% rente per jaar. Hoeveel rente krijgt hij in jaar 1?
A
€500 : 2 x 100 = €2.500
B
€500 : 100 x 2 = €10
C
2 : €500 x 100 = €0,40
D
Ik heb werkelijk geen idee

Slide 2 - Quizvraag

wat is de juiste berekening om het rentebedrag uit te rekenen?
A
Bedrag : percentage x 100
B
Percentage : 100 x bedrag
C
Bedrag : 100 x percentage
D
100 : percentage x bedrag

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen:
1. Ik kan aangeven welke inkomstenbronnen er zijn.
2. Ik kan uitleggen wat de oorzaken zijn van inkomensverschillen.
3. Ik kan uitleggen welke keuzes je moet maken voor een beroep.

HUISWERK: Opdrachten paragraaf 1.6

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video


Hoeveel geld heb jij per maand
te besteden?
anoniem antwoord

Slide 6 - Open vraag


Tip: je kan ook antwoorden met een plaatje!
Waar geef jij het meeste 
geld aan uit?

Slide 7 - Open vraag


Geef jij weleens teveel geld uit?
A
nee, nooit
B
heel soms
C
best wel vaak

Slide 8 - Quizvraag



Alles wat ik koop 
heb ik echt nodig!
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag


Spaar je ook?
A
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
B
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit.
C
Ik spaar bijna alles. Ik koop eigenlijk heel weinig.

Slide 10 - Quizvraag


Wat geldt voor jou?
A
Ik koop alles zo goedkoop mogelijk.
B
Ik betaal liever iets meer voor betere kwaliteit of een bekend merk.

Slide 11 - Quizvraag

Wie zijn dit? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide



inkomen uit bezit, huur, rente, winst

Slide 17 - Tekstslide



inkomen uit arbeid

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Wat verdient een politieagent?
Wat verdient een piloot? 
Wat verdient Lionel Messi?
Wat vinden jullie van deze inkomensverschillen?




Bedenk vijf redenen voor een hoger loon.
Wat voor beroep wil jij later doen? Hoeveel wil je daarmee verdienen? Vind je het belangrijk om veel geld te verdienen.

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Hoogte van inkomen afhankelijk van:
  1. De leeftijd.
  2. De zwaarte van het werk. (gevaarlijk werk)
  3. De vraag die er naar een beroep is. ( uitzonderlijk werk)
  4. De verantwoordelijkheid die je krijgt.
  5. Op onregelmatige tijden werken
  6. Talent


Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten paragraaf 1.6
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
25:00

Slide 21 - Tekstslide