Basisstof 4 De bloedvaten (deel 1)

Welkom allemaal!



Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek jouw plek op in de klas,
Pak je boeken voor je en
Zorg dat je klaar zit bij 0
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!



Stop je telefoon in de telefoontas,
Zoek jouw plek op in de klas,
Pak je boeken voor je en
Zorg dat je klaar zit bij 0

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
1) Wat weet je nog? (5 min.)

2) Uitleg basisstof 4 (deel 1) (15 min.)

3) Zelf aan de slag (20 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt het dat je telkens
twee harttonen hoort?

Slide 3 - Open vraag

Aorta
Longader
Bovenste holle ader
Linker kamer
Rechter boezem
Kransslagader

Slide 4 - Sleepvraag

9

Slide 5 - Video

01:17
Een slagader vervoert bloed
A
van het hart naar de organen
B
van de organen terug naar het hart
C
door de organen heen

Slide 6 - Quizvraag

01:17
De wand van een slagader is
A
dun
B
heel dun (één cellaag dik)
C
dik

Slide 7 - Quizvraag

01:47
Een haarvat vervoert bloed
A
van het hart naar de organen
B
van de organen terug naar het hart
C
door de organen heen

Slide 8 - Quizvraag

01:17
De bloeddruk in een slagader is
A
laag
B
hoog

Slide 9 - Quizvraag

02:27
Een ader vervoert bloed
A
van het hart naar de organen
B
van de organen terug naar het hart
C
door de organen heen

Slide 10 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat moet je doen?
Lezen van thema 6, basisstof 4 bloedvaten (blz. 99 + 100 TB)
Maken opdracht 22, 23, 27, 29 en 30 (vanaf blz. 114 WB)
Hoe moet je dat doen?
BBB-methode op fluisterniveau
Wanneer moet het af zijn?
Aan het begin van de volgende les

Slide 11 - Tekstslide

02:27
De wand van een ader is
A
dun
B
heel dun (één cellaag dik)
C
dik

Slide 12 - Quizvraag

02:27
De bloeddruk in een ader is
A
laag
B
hoog

Slide 13 - Quizvraag

01:47
De bloeddruk in een haarvat is
A
laag
B
hoog

Slide 14 - Quizvraag

01:47
De wand van een haarvat is
A
dun
B
heel dun (één cellaag dik)
C
dik

Slide 15 - Quizvraag