Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Slide 4 - Tekstslide
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
Slide 5 - Tekstslide
tijdvak 6
De wetenschappelijke revolutie.
Slide 6 - Tekstslide
Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
Slide 7 - Tekstslide
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
Slide 8 - Tekstslide
. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Slide 9 - Tekstslide
. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme.
Slide 10 - Tekstslide
Totalitaire ideologie
- Een partij / Een leider met bijna goddelijke status
1 ideologie (met symbolen)
- Gebruik van propaganda om de bevolking te indoctrineren, massaorganisatie
- Gebruik van terreur en repressie om politieke tegenstand te onderdrukken.
massaorganisatie
Slide 11 - Tekstslide
Kenmerken Nationaal-Socialisme
1. Extreem-nationalistisch
2. Militaristisch
3. Antidemocratisch en anticommunistisch
4. Eén sterke leider principe
5. Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
6. Totalitair
7. Rassenleer en Antisemitisme
8. Idee van Lebensraum
Slide 12 - Tekstslide
Kenmerken Nationaal-Socialisme
1. Extreem-nationalistisch
2. Militaristisch
3. Antidemocratisch en anticommunistisch
4. Eén sterke leider principe
5. Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
6. Totalitair
7. Rassenleer en Antisemitisme
8. Idee van Lebensraum
Slide 13 - Tekstslide
Ubermensch
Ariërs waren in ogen Nazi's:
Blond haar
Blauwe ogen
Witte huidskleur
afstammend van de Germanen
Slide 14 - Tekstslide
Untermensch
Joden
Roma, Sinti (zigeuners)
slavische volken
Sovjet burgers
Gehandicapten
Homoseksuelen
Zieke mensen
Slide 15 - Tekstslide
Volksgemeenschap / Volksgemeinschaft
Volksgemeinschaft : een 'raszuiver' volk.
Om een raszuiver volk te hebben werden de volgende actie ondernomen:
1933: Dachau (opsluiten van mensen die er niet bij horen)
1935 Neurenberger rassenwetten
Later: vermoorden van mensen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
fascisme
+ lebensraum + rassenleer
= nationaal-socialisme
Slide 18 - Tekstslide
Kenmerken
Fascisme
Extreem-nationalistisch
Militaristisch
Antidemocratisch
Eén sterke leider principe (Benito Mussolini (il duce)
Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
Totalitair (ze wilden de bevolking helemaal controleren, iedereen moest zich inzetten voor de ideologie).
Slide 19 - Tekstslide
Totalitaire ideologie: nazisme
Duitse variant van het fascisme.
Gaat uit van een rassenleer (sommige rassen (ariers) zijn meer waard dan anderen (slaven en joden)
Slide 20 - Tekstslide
Samenvatting
Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd Hitler in 1933 benoemd tot rijkskanselier. Met de machtigingswet, die na de Rijksdagbrand werd aangenomen, zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde.
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag
Maak de vragen als huiswerk voor maandag, start nu!