2m lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Shop till you drop!

Chapter 5 lesson 2

Go to lessonup.app

Fill in the code!

To do

1. Checking exc. 4, 7, 10

2. Do exc. 1 and 2 wb p. 6

2. Repeat grammar

3. Repeat stones and vocab

Did you do your homework?

1. yes
2. no

Reasons
for not doing
homework

Key 4:

 1 second-hand

 2 on offer

 3 discount

 4 to purchase

 5 till

 6 delivery

 7 to return

7 key:

 Van boven naar beneden

1 recensies reviews

3 aanbevelen recommend

5 regenachtig rainy

7 zinkende sinking

Van links naar rechts

2 strenge severe

4 verdwalen get lost

6 wolkenkrabber skyscraper

8 officiële official

10 key:

 1 May I ask you a question?

 2 Where can I find the service centre

 3 I'd like to exchange these headphones

 4 you can find it to your left

 5 Are they still on offer

 6 They've been on offer since last Saturday

 7 do you sell second-hand CDs

 8 our new CDs are on sale

Exc. 1 and 2

workbook p. 6 

textbook p. 72

Key exc. 2

1 veel te drukke

 2 precies

 3 goed

 4 vreemd

  

5 heb spijt van 

 6 van plan

 7 oplossing

 8 waardeer

Voor welke situaties gebruik je de past simple? (Denk aan de tijdlijn.)

Hoe maak je de verleden tijd van regelmatige werkwoorden?

Hoe maak je de verleden tijd (past simple) van onregelmatige ww?

1. have/has + 2e vorm
2. 2e vorm gebruiken
3. 3e vorm gebruiken
4. have/has + 3e vorm

Present perfect gebruik je...

1. bij situaties die in het verleden zijn afgerond
2. bij situaties die nog bezig zijn
3. om te praten over ervaringen
4. omdat het resultaat nog te merken is in het heden

Hoe maak je de voltooide tijd (present perfect) van onregelmatige ww?

1. have/has + 2e vorm
2. 2e vorm gebruiken
3. 3e vorm gebruiken
4. have/has + 3e vorm

These books ____ on offer last week, but not anymore

1. have been
2. were.

My train _____ a minute ago, so I'll be late for school now.

1. left
2. has left

We ______ that museum three times already! It's very big!

1. visited
2. have visited

They _____ a falling star in the sky last night.

1. saw
2. have seen

Ben ____(break) his arm,
so he can't play tennis.

We ____(go) to see
that film yesterday.

Susan ____(live)
in Manchester for
5 years now.

Pardon, mag ik u een vraag stellen?

Heeft u deze schoenen in een andere maat?

Ik wil deze telefoon terug brengen.

Heeft u dit op voorraad?

Sorry, het was vorige week in de aanbieding.

Sorry, alleen het huismerk is in de uitverkoop.

Wat betekent...
koopje

1. on sale
2. bargain
3. on offer
4. cheap

Wat betekent...
klant

1. costumer
2. receipt
3. customer
4. till

Wat betekent...
terugbrengen

1. return
2. refund
3. discount
4. purse

wat betekent...
op voorraad

1. recommend
2. in stock
3. house brand

Homework