Havo 2 Nederlands periode 2 Grammatica zd & ws

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Nederlands havo 2 periode 2: 

Binnen = Beginnen 

- Jas uit en in je kluis

- Telefoon in de telefoontas

- Tassen op de grond

- Boeken en schrift op tafel

- Aan de slag: 

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 120-121)

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 148-149) 

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 150/151)

    

Nederlands havo 2 periode 2: 

Agenda: 

1. Binnen = Beginnen:  Opdrachten/huiswerk maken 

2. Instructie telwoorden en stappenplan

3. Zelfstandig werken (huiswerk)

5. Afsluiting

Maak een zin met daarin een onbepaald en een bepaald hoofdtelwoord.

Maak een zin met daarin een onbepaald rangtelwoord en een bepaald rangtelwoord.

Telwoord

Telwoorden

Hoofdtelwoorden 

Bepaald 
Onbepaald

Telwoorden

Rangtelwoorden

Bepaald
Onbepaald

Telwoorden

	Hoofdtelwoord	Rangtelwoord
Bepaald	een, twee, drie enzovoorts	eerste, tweede, derde enzovoorts
Onbepaald	veel, weinig, sommige, enkele	laatste, middelste hoeveelste, zoveelste

Zelfstandig werken

- Nakijken (nakijkboekje of ELO)

Huiswerk volgende les: 

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 120-121)

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 148-149)

Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 150/151)
 

Stappenplan grammatica zinsdelen

1. persoonsvorm vinden (pv)

2. Zinsdelen benoemen en strepen zetten. 

3. Het gezegde benoemen (wg/ng)

4. onderwerp benoemen (ow)

5. Het lijdend voorwerp benoemen (lv)

6. Het meewerkend voorwerp benoemen (mv)

7. Het voorzetselvoorwerp benoemen. (vv)

8. De bijwoordelijke bepalingen benoemen (bwb)

Stappenplan grammatica zinsdelen

Ontleed de volgende zin volledig. Volg het stappenplan. 

Eigenlijk is mijn wollen winterjas van vorig jaar veel te krap. 

Leek die buschauffeur niet erg nieuwsgierig? 

Nederlands havo 2 periode 2: 

Agenda: 

1. Binnen = Beginnen:  opdrachten hoofdstuk 2 

2. huiswerk koppelwerkwoorden bespreken

3. Zelfstandig werken (huiswerk)

4. Voorlezen "Alaska"

5. Afsluiting

Bespreken: opdracht 3 (blz. 89)

Noteer van de zinnen pv, ow en wg of ng. 

1. Over de resultaten van de ploeg was de coach niet tevreden. 

2. Gelukkig is mijn kleine broertje nog nooit van de trap gevallen. 

6. In september is mijn zusje Judy voor de vierde keer moeder geworde. 

Bespreken: opdracht 1 (blz. 121)

Noteer van de onderstreepte woorden of ze een hoofdtelwoord (hoofdtelw) of een rangtelwoord (rangtelw) zijn. 

1. De middelste kandidaat was veel zenuwachtiger dan de andere twee. 

2. De hoeveelste van de maand is het vandaag? 

3. 's Morgens nuttigt Marith drie kopjes thee, een halve boterham en wat fruit.