Werkwoorden vervoegen

• duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Guten Tag!

Log alvast in!

Was machen wir heute?

Lernziele 

Herhaling grammatica 

Hoekenspel of tekenspel?

Lernziele controleren 

Afsluiten

Lernziele 

Aan het einde van de les kun je de feesttenten regel toepassen.

Aan het einde van de les kun je het voltooid deelwoord maken. 

De stam van 'kaufen'

de stam van 'wohnen'

Werkwoorden vervoegen

Oefenen met meerkeuzevragen.

Ich (besuchen) ________

1. besuch
2. besuche
3. besucht
4. besuchen

Du (wohnen) ________

1. wohne
2. wohnt
3. wohnst
4. wohnen

Annika (schwimmen) ________

1. schwimme
2. schwimmst
3. schwimmt
4. schwimmen

Wir (schwimmen) ________

1. schwimme
2. schwimmt
3. schwimmst
4. schwimmen

Ihr (wohnen) ________

1. wohne
2. wohnt
3. wohnst
4. wohnen

Auswendig lernen

Persoonlijke voornaamwoorden + bijbehorende uitgangen!

Hoe goed ken je de 'ingrediënten' van het werkwoord in tegenwoordige tijd?

(0 = heel slecht / 10 = heel goed)

010

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Duits?

Maak het voltooid deelwoord van:
"machen"

Maak het voltooid deelwoord van:
"wohnen"

Maak het voltooid deelwoord van:
"spielen"

Hoekenspel of tekenspel?

Telefoons in de tas. 

Lernziele controlen

Aan het einde van de les kun je de feesttenten regel toepassen.

Aan het einde van de les kun je het voltooid deelwoord maken.

Afsluiten

Waar wil jij nog graag mee oefenen voor de toets?