In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De industriële samenleving
van Nederland
De eerste fabrieken
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat de industriele revolutie was en welke gevolgen dit had.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk nog van de Industriële Revolutie?
Slide 3 - Woordweb
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 4 - Tekstslide
De samenleving verandert
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie.
Industrie komt op en maak snel en goedkoop producten (massaproductie)
Rond 1800 in Engeland (als o.a. gevolg van de bevolkingsgroei): Industriele revolutie.
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel, coton gin en de stoommachine.
In Nederland komt de industrie pas later op.
Slide 5 - Tekstslide
Belangrijke uitvindingen:
Slide 6 - Tekstslide
Schietspoel
1733
Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
Slide 7 - Tekstslide
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 8 - Tekstslide
Cotton Gin
1793
Meer katoen nodig.
Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney.
Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...
Slide 9 - Tekstslide
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 12 - Quizvraag
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 14 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 15 - Quizvraag
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 16 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 17 - Quizvraag
In welke beroepen begon de Industriele revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 18 - Quizvraag
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?