Antwoorden
6) vroeger - 1p, nu - 1p
7) want - 1p, omdat - 1p
8) (Snack)groenten die je nog moet bereiden - 2p
9) bijvoorbeeld, denk aan, want, omdat - drie van deze, 1p per goed signaalwoord
10) toelichtend verband / toelichting - 2p
11) bovendien - 2p
12) concluderend verband ('dus') - 2p