Over taal Blok 5 examenwoorden les 1
1 / 11
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De schrijver wil benadrukken dat niemand perfect is.
A
duidelijk uitleggen
B
onbelangrijk laten lijken
C
extra onder de aandacht brengen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een cipier?
Slide 3 - Open vraag
Er is een belangrijke overeenkomst tussen mensen en dieren.
A
het verschil
B
iets wat hetzelfde is
C
de samenwerking
Slide 4 - Quizvraag
Alinea 2 geeft een toelichting op wat er in alinea 1 gezegd wordt.
A
een andere mening
B
een opsomming
C
extra uitleg
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van de laatste alinea van deze tekst?
A
een conclusie
B
waarvoor het dient
C
een opsomming
Slide 6 - Quizvraag
Gebruik maximaal 140 woorden.
A
Niet meer dan
B
Niet minder dan
C
precies
Slide 7 - Quizvraag
Bij welk trefwoord zoek je het dikgedrukte woord?
De musici speelden heel vals.
Slide 8 - Open vraag
Bij welk trefwoord vind je het dikgedrukte woord?
Mijn moeder ploos uit wie haar voorouders waren.
Slide 9 - Open vraag
Bij welk trefwoord vind je het dikgedrukte woord?
Ons huis is vorig jaar gerenoveerd.
Ons huis is vorig jaar gerenoveerd.
