Zuurstoftherapie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over zuurstof?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorgvragers hebben risico op ademdepressie bij teveel zuustoftoediening?
A
Hartfalen
B
Bronchitis
C
COPD
D
Astma

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke wet valt zuurstoftoediening?
A
De geneesmiddelenwet
B
de wet BiIG
C
De wet WGBO
D
De Wkkz

Slide 8 - Quizvraag

Zuurstof valt onder de geneesmiddelenwet. Het is valt onder de risicovolle handelingen. Als verpleegkundige mag je dit alleen toedienen in opdracht van een arts.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypoxaemie is?
A
zuurstof tekort in de weefsels
B
Zuurstoftekort in het bloed.

Slide 10 - Quizvraag

Hypoxie is een zuurstoftekort in de weefsels. (dit kan lokaal plaatsvinden bv. hart, hersenen, been maar ook algehele hypoxie)

Hypoxaemie is zuurstof tekort in het bloed. Dus zuurstof tekort in het bloed veroorzaakt altijd hypoxie in het lichaam.

Hypoxaemie veroorzaakt hypoxie. 

Welke klachten kun je observeren als een zorgvrager zuurstoftekort heeft?

Slide 11 - Open vraag

  • Zegt dat hij/zij benauwd is.
  • Kortademig in rust en bij lichte inspanning
  • Bewustzijnsstoornissen zoals: sufheid, vergeetachtigheid, verwardheid.
  • Een raar gevoel in het hoofd
  • Gevoel van zwakte en krachteloosheid
  • Blauwe huidskleur
  • Hoge pols- en hartfrequentie

Welke aandoeningen heb je gevonden die leiden tot hypoxaemie/hypoxie?

Slide 12 - Open vraag

- Ernstige longontsteking.
- COPD
- Decompensatie cordis
- Astma cardiale
- Cystic Fibrosis
- Spierziekten

Welke interventies kun je doen als verpleegkundige

Slide 13 - Woordweb

  • Een zorgvrager goed rechtop in bed zetten
  • Wanneer het om decompensatie cordis gaat, kun je het bed ook in anti Trendelenburg zetten of de zorgvrager met de benen over de rand van het bed helpen. Dit ontlast de circulatie.
  • Zo nodig de mond-keelholte uitzuigen
  • De parameters bewaken: saturatie/ ademfrequentie/ hartfrequentie.
  • De zorgvrager late vernevelen (indien indicatie van de arts)
  • Geruststellen.
  • Zo nodig consult arts.

Even in de herhaling, welke observaties kun je doen bij de A en B?

Slide 14 - Woordweb

A= ademweg
Is de ademweg vrij (praten, ademgeluiden, adembewegingen) 

B = breathing 
  • Ademfrequentie: snel: tachypneu, te traag bradypneu.
  • Ademritme: regelmatig/onregelmatig
  • Ademdiepte: oppervlakkig of die
  • Gevoel? Pijn bij de ademhaling. 
  • Gebruik van de hulpademhalingsspieren (halsspieren)
  • Symmetrie 
  • Kleur (centraal) bleek, rood, blauw = cyanose
  • Beleving: als iemand aangeeft dat hij benauwd is dan is dit altijd waar. Wel goed uitvragen. 
  • Kan de zorgvrager spreken zonder adempauze? Hoeveel woorden kan hij achter elkaar spreken
  • Saturatie.

Met de saturatie meten we het zuurstofgehalte gebonden aan de rode bloedcellen in?
A
Veneuze bloed
B
Arteriële bloed

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de normaalwaarden voor de saturatie?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor kan een saturatiemeting onbetrouwbaar worden?

Slide 17 - Open vraag

  • Anemie (Hb< 4mmol/l)
  • Te fel licht (OK lampen)
  • Bloeddrukmanchet te vaak oppompen
  • Nagellak of kunstnagels
  • Te koude vingers
  • Intoxicatie met koolmonoxide 
Zuurstof is brandbaar. Hebben jullie nog vragen over veiligheidsaspecten?

Slide 18 - Open vraag

  •  Zorg ervoor dat de zuurstof apparatuur niet om kan vallen.
  • Vloeibare zuurstof is juist zeer koud (-183 graden) Direct contact geeft bevriezing van de huid.
  • Brandweer moet weten waar zuurstof bevind in een pand. 
  • Ook een (inboedel) verzekering is de aanbeveling op de te hoogte zijn. 
  • Geen open vuur (3 meter).
  • Niet roken.
  • Zet een apparaat niet in de buurt van stopcontacten (1 meter afstand).
  • Gordijnen, vitrages enz. (1 meter afstand).
  • Niet bij een kachel of in de zon.
  • Zorg voor goede ventilatie.
  • Laat kleding en beddengoed goed luchten na contact met zuurstof.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op wanneer je zorgvrager zuurstof krijgt?

Slide 20 - Open vraag

  • Effectief en juiste toediening? (juiste methode, nergens afgeklemd)
  • Controleer de parameters: saturatie, kleur huid en slijmvliezen, ademhaling, tekenen van angst of onrust.
  • Goede mond/neus verzorging (geen vaseline) 
  • Let op uitdroging slijmvliezen.
  • Let op decubitusplekken. 
  • zo nodig arts waarschuwen 
Wanneer een zorgvrager een te hoge dosis zuurstof krijgt kan hij klagen over?
A
Hoofdpijn
B
Pijn op de borst
C
hoesten
D
alle genoemde antwoorden

Slide 21 - Quizvraag

Bij te hoge dosis zuurstof kunnen er ook spiertrekkingen ontstaan in het gezicht. 

Voorbeeldmateriaal 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies