h3 un 4 voca

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

programma

dialoog 3 luisteren

oefeningen maken

zinnen leren 

zelf dialoog schrijven

filmpje maken (huiswerk)

in duo's werken

jihane en imane

angel en senna

kaya en noah

valentijn en liselot

samuel en jamie

rosa en robine

kyra en jayleno

aryam en yolin

timo en angela

tim en senny

je peut t' inviter au restaurant?

1. Kan ik je uitnodigen voor een etentje?
2. Kan ik je te eten geven?

page 27 

c' est pas terrible

lees de dialoog mee en luister

exercice 19 page 29

8 min 

page 29

exercice 21

1 2 3 4 5 6 

3 min.

page 29

exercice 22 5 - 5'

vertaal de zinnen naar het Frans

pas ze aan aan jouw situatie

oefen met spreken

gelijk hebben

1. avoir mal
2. avoir tort
3. avoir raison
4. avoir de l'argent

je hebt gelijk

ik heb zin in...

1. j'ai envie de...
2. je n'aime pas...

J'ai faim, j'ai envie de....

ding

1. la danse
2. le truc
3. la chute
4. le rendez-vous

het is niet mijn ding

1. ce n'est pas mon truc
2. ce n'est pas mon chien
3. ce n'est pas vrai
4. ce n'est pas juste

Qu'est-ce qu'on va faire?

1. Wat gaan we maken?
2. Wat gaan we doen?

Si on allait au cinéma?

1. Als we eens naar het zwembad gaan?
2. Als we eens naar de bioscoop zouden gaan?

Dat is een goed idee.

1. C'est une bonne idée.
2. C'est génial.
3. C'est nul.
4. C'est pas mon truc.

On y va au musée?

1. Zullen we naar een museum gaan?
2. Zullen we naar het strand gaan?

waar kun je nog meer naar toe?

Hoe kun je iemand vragen om mee te gaan?

Je préfère aller à la plage.

1. ik ga liever naar het zwembad
2. Ik ga liever naar het strand.

schrijf nu een dialoog 10'

oefen met de uitspraak

als je klaar bent kom ik langs

maak een video en deel in teams