Burgerschap - Economische dimensie - Thema 3

Thema 3 Kritisch consumeren
- Hoofdstuk 1 Omgaan met geld
- Hoofdstuk 2 Consumeren
- Hoofdstuk 3 Duurzaamheid
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Kritisch consumeren
- Hoofdstuk 1 Omgaan met geld
- Hoofdstuk 2 Consumeren
- Hoofdstuk 3 Duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij overzicht van de uitgaven en inkomsten die jij hebt?
Ja, ik heb hier een duidelijk beeld van.
Ik weet ongeveer wat mijn inkomsten en uitgaven zijn.
Nee, ik ben hier helemaal niet mee bezig.

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Begroting


Het maken van een begroting noem je budgetteren.


Toeslag: een maandelijkse of jaarlijkse bijdrage van de overheid als aanvulling op je inkomen, om bepaalde kosten te kunnen betalen. Voorbeelden: zorgtoeslag en huurtoeslag.


Vaste lasten: de uitgaven die je op vaste momenten moet doen en die telkens terugkeren.



Slide 4 - Tekstslide

Verzekering
Verzekering
Een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij jij een vast bedrag betaalt en de verzekeraar bepaalde kosten dekt.


Premie
Het vaste bedrag dat je betaalt voor een verzekering.


Zorgverzekering
Een verplichte verzekering die medische kosten dekt.
- basispakket
- aanvullende verzekering


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld verzekeringen
Voorbeelden van verzekeringen:
WAM-verzekering: dekt de schade van de tegenpartij als je met jouw voertuig schade toebrengt aan een ander voertuig.
Inboedelverzekering: dekt schade aan of diefstal van je huisraad.
Aansprakelijkheidsverzekering: dekt schade die je onopzettelijk bij een ander veroorzaakt.
Reisverzekering: dekt financiële schade die je tijdens een reis oploopt.
Zorgverzekering:
Basispakket: verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor huisarts, ziekenhuis, apotheek.
Aanvullende verzekering: niet verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor tandarts, orthodontie, anticonceptie.


Slide 6 - Tekstslide

Sparen
= geld apart zetten voor later.

Rente
Een percentage van het bedrag dat je spaart of leent.


Slide 7 - Tekstslide

Waarom zou je sparen? Dat is toch onzin, of niet??

Slide 8 - Open vraag

Groepsopdracht 
Oog --> Bekijkt het filmpje, zoekt informatie op. 

Hand --> Noteert de antwoorden op de vragen (papier, of in Word).

Hersenen --> Denkt na over de antwoorden op de vragen, helpt oog bij het vinden van de correcte info. 



Slide 9 - Tekstslide

Succes...
Bekijk het filmpje -->
https://www.telegraaf.nl/video/2783816/zoveel-duurder-wordt-de-zorgverzekering


Vragen:
Waarom zou je je eigen risico willen verhogen?
Wanneer zou je je eigen risico niet willen verhogen?
Welk risico loop je als je een hoger eigen risico neemt bij je zorgverzekering?

Slide 10 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met ‘Geld lenen kost geld’?

Slide 11 - Woordweb

Steenrijk, Straatarm



https://www.youtube.com/watch?v=NO8qvk9hThU

Vraag: Wat zijn risico’s van geld lenen en schulden hebben?


Slide 12 - Tekstslide

... risico's 
- conflict met de persoon van wie je geld leent
- oplopende schulden door rente
- incassobureau (uiteindelijk een deurwaarder)

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met een 'BKR-registratie'?

Slide 14 - Open vraag

BKR
Als je een lening afsluit, wordt
dit geregistreerd bij Bureau
Krediet Registratie (BKR).

Wanneer kan een BKR-registratie ongunstig zijn?

Slide 15 - Tekstslide

Consumeren
Consumeren
Een product of dienst kopen om in je behoeften te voorzien.

Levensbehoefte
Iets waarvan je vindt dat je het nodig hebt.
primaire levensbehoeften
secundaire levensbehoeften

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kritisch consumeren
Je stelt jezelf kritische vragen voor je een product of dienst koopt.

Slide 18 - Tekstslide

Duurzame productie
produceren zonder grondstoffen uit te putten, het milieu aan te tasten of mensen en dieren leed te bezorgen.

Biologische productie: produceren volgens een duurzame landbouwmethode.
Fair trade: eerlijke handel, gericht op het verbeteren van arbeidsomstandigheden.


Slide 19 - Tekstslide

Waar kun je op letten als je 'duurzaam' wilt consumeren?

Slide 20 - Open vraag

Voorbeelden
Keurmerk: een bewijs dat een product aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet.


Recycling: een proces waarbij afval wordt hergebruikt voor een nieuw product.
  
Groene energie: energie die is opgewekt uit duurzame energiebronnen.

Bij groene energie wordt geen gebruikgemaakt van fossiele brandstoffen: brandstoffen die in de aarde zitten en kunnen opraken, en vervuilend zijn bij verbranding.
  
Duurzaam vervoer: minder milieubelastende vervoermiddelen.

Slide 21 - Tekstslide

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Een manier van ondernemen waarbij het bedrijf duurzame keuzes maakt.

Voorbeelden mvo:
investeren in minder vervuilende producten of productieprocessen
investeren in eerlijke handel
afvalscheiding
zo min mogelijk printen
personeel stimuleren om met de trein te reizen

Slide 22 - Tekstslide

Maken
Verwerkingsopdrachten bij Thema 3: Kritisch consumeren

Slide 23 - Tekstslide