Raise your hand if you have a question and be silent during explanations of me/student.
Phones are in your bags, bags are on the floor.
No eating or drinking in the classroom (gum included), water is allowed.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
What do I expect of you?
Do your work!
Try to speak as much English as possible.
Be mindful, respectful & communicate!
Be on time: more than 5 minutes = too late.
Raise your hand if you have a question and be silent during explanations of me/student.
Phones are in your bags, bags are on the floor.
No eating or drinking in the classroom (gum included), water is allowed.
Slide 1 - Tekstslide
Read your book
timer
20:00
Slide 2 - Tekstslide
learning goals
- I am able to indentify mistakes in provided pieces of text.
- I am able to correct the mistake in these provided texts.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Let's find the mistake
Slide 6 - Tekstslide
Verbeter de fout van het vorige plaatje.
A
if you're good
B
if youre good
C
when your good
D
there is no mistake
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoe hoor je het woord wat bedoeld wordt eigenlijk te schrijven?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Waar moet de komma?
A
na so
B
na much
C
na calling
D
na me
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat betekent het woordje "then" in deze post?
A
dan
B
daarom
C
daarna
D
daar
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel fouten staan er in de originele post op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 15 - Quizvraag
Let's discuss this together
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Hoe hoor je het woord wat bedoeld wordt eigenlijk te schrijven?
A
happiness
B
happines
C
hapiness
D
happieness
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat betekent sewer?
A
zaaier
B
riool
C
naaier
D
naaister
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat betekent "their"?
A
zij zijn
B
van hen (bezittelijk)
C
daarom
D
daar
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
E-mail
Langere berichten
Duidelijke structuur
Formeel en informeel
Geen sms-taal
Niet altijd een reactie
Je denkt meer na over inhoud
Komt goed over
IM
Korte berichtjes
Meteen zeggen wat je wilt
Informeel
Afkortingen en sms-taal
Vaak een reactie
Vaak even snel reageren
Kan slordig overkomen
Slide 24 - Tekstslide
Waar op te letten?
Begin altijd met een begroeting (aanhef)
Gebruik geen "Hey!" tenzij je de persoon echt heel goed kent of dezelfde functie hebt. Formeel = formeel, informeel = informeel.
Let op de tijd (geen "goodmorning" schrijven naar America als het daar avond is...). Wanneer leest de ontvanger jouw mail? Misschien wel de volgende dag...
Slide 25 - Tekstslide
Na de aanhef komt een komma.
Schrijf iemands naam goed... Controleer dit altijd.
Begin met de reden waarom je iemand een mail stuurt.
Keep It Short and Simple (KISS). Bij huiswerk en op school kun je oefenen en krijg je feedback. In de praktijk en op de toets wordt je beoordeeld.
Slide 26 - Tekstslide
Naar mijn mening
A
After my opinion
B
In my opinion
C
To my opinion
D
At my opinion
Slide 27 - Quizvraag
Wat zet je aan het eind van een e-mail als je een goede vriend schrijft?
A
Best
B
with friendly greetings
C
Kind regards
D
Regards
Slide 28 - Quizvraag
work on your homework
Think of a film or series that you have seen recently.
Write a review with at least 4 paragraphs (introduction, 2 body paragraphs and conclusion). Make sure to be informative as well as persuasive without giving away too many spoilers. Mention at least plot, characters and theme in your review.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.