PO lessen BBL

Leerdoelen:
  • Na deze les ben je op de hoogte van de inhoud van de hoofdstukken 2, 4 en 8
  • Je weet na deze les welke onderwerpen je aan bod wilt laten komen in het interview
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen:
  • Na deze les ben je op de hoogte van de inhoud van de hoofdstukken 2, 4 en 8
  • Je weet na deze les welke onderwerpen je aan bod wilt laten komen in het interview

Slide 1 - Tekstslide

Nederland is veranderd na 1945
  • Deze veranderingen zijn er op veel gebieden: denk aan hoe we wonen, over rolpatronen, over het huwelijk, de samenstelling van gezinnen, op wie we verliefd worden, hoe we onze vrije tijd besteden, hoe we met elkaar communiceren, wat we wel of niet geloven, de relatie met onze ouders, de veelkleurige samenleving, hoe we werken, op welke politieke partijen we stemmen, en zo zijn er nog wel meer dingen te benoemen. 
  • Hierover gaan de hoofdstukken Jongeren, Pluriforme samenleving en Relaties. 

Slide 2 - Tekstslide

De opdracht
  • Jij gaat één persoon interviewen 
  • Je houdt het interview over een of meerdere van deze bovenstaande ontwikkelingen met iemand die geboren is tussen 1940 en 1980. 
  • Hij of zij heeft de ontwikkelingen echt meegemaakt en ondervonden en kan hierover vertellen. 

Slide 3 - Tekstslide

3B2 dinsdag 12 december
  • Hoe ver zijn jullie met de opdracht?
  • Waar kan ik je deze les nog mee helpen?
  • Wat ga jij deze les doen?
  • Doen: inloggen in digitaal lesmateriaal via Magister. 
  •  Na de vakantie starten we met het hoofdstuk CRIMINALITEIT

Slide 4 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat wordt jouw onderwerp?





Wie heeft er al een idee?

Slide 8 - Tekstslide

H2 Jongeren
  • blz. 27 t/m 53

Slide 9 - Tekstslide

Welke onderwerpen komen aan bod in dit hoofdstuk?
Aangeboren eigenschappen zijn eigenschappen die je bij je geboorte meekrijgt. Ze zijn moeilijk te veranderen.

Socialisatie is het aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen.
Leren kun je op vier manieren:
1. imitatie 2. informatie
3. ervaringen 4. experimenteren
Bij sociale controle letten mensen in je omgeving op hoe jij je gedraagt.
Een rolpatroon is hoe iemand zich volgens anderen moet gedragen.
Gendernormen zijn de normen die ‘horen’ bij het man-zijn of vrouw-zijn.
Een cultuur is alle waarden, normen en gewoontes die mensen in een bepaalde groep met elkaar delen.
Een dominante cultuur is een cultuur die bij een heel land hoort.
Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen.
Een jongerencultuur is een groep jongeren met dezelfde waarden, normen en gewoontes.
Tolerantie is het accepteren van mensen met andere normen en waarden dan jij hebt.











Slide 10 - Tekstslide

H6 Pluriforme samenleving
  • blz. 89 t/m 111

Slide 11 - Tekstslide

Welke onderwerpen komen aan bod in dit hoofdstuk?
Een dominante cultuur is de verzameling waarden, normen en gewoontes van de meeste mensen in een land.
Een subcultuur is de cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
Een etnische subcultuur is een groep mensen die tot een bepaald volk behoort.
Een pluriforme samenleving is een samenleving met veel verschillende culturen.
Een asielzoeker is iemand die uit zijn land is gevlucht en bescherming zoekt in een veilig land.
Gastarbeiders zijn Marokkanen en Turken die naar Nederland kwamen om te werken.
Asiel aanvragen betekent toestemming vragen om in Nederland te mogen verblijven.
Koloniën zijn gebieden die werden veroverd en gebruikt om winst te maken.
Bij gezinshereniging zijn mensen naar Nederland gekomen om weer als gezin bij elkaar te zijn.
Bij gezinsvorming zijn mensen naar Nederland gekomen om met een Nederlander/Nederlandse te trouwen.
Bij integratie passen nieuwkomers zich aan de Nederlandse gewoontes aan, maar houden ze ook hun eigen cultuur.
Een stereotype is een overdreven (vaak negatief) beeld van een groep mensen.
Een vooroordeel is een oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent.
Discriminatie is onterecht verschil maken in de behandeling van mensen.

Slide 12 - Tekstslide

H7 Relaties
  • blz. 191 t/m 213

Slide 13 - Tekstslide

Welke onderwerpen komen aan bod in dit hoofdstuk?
Mensen zijn sociale wezens, omdat we contact met andere mensen nodig hebben.
Een persoonlijke relatie heeft als kenmerk dat gevoelens belangrijk zijn.
Een zakelijke relatie heeft als kenmerk dat je belangen of verplichtingen tegenover elkaar hebt.
Bij grensoverschrijdend gedrag doet iemand iets met jou waardoor je je onveilig voelt.
De seksuele moraal is hoe er over seks wordt gedacht.
Een dubbele moraal wil zeggen dat er voor jongens andere normen gelden dan voor meisjes.
Een huwelijk is een soort contract met rechten en plichten.
Trouwen in beperkte gemeenschap van goederen betekent dat alles wat jullie tijdens het huwelijk aan bezit krijgen, van jullie allebei is.
In een latrelatie wonen de partners niet samen, maar ze hebben wel een vaste relatie.
Het ouderlijk gezag is de wettelijke plicht om de kinderen te verzorgen en op te voeden.
Een voogd heeft als taak contact te houden met een kind als de ouders het niet zelf kunnen opvoeden.
Alimentatie is na de scheiding maandelijks een geldbedrag betalen aan de ex-partner.

Slide 14 - Tekstslide

En, ben je weer wat wijzer geworden?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Bekijk de hoofdstukken Jongeren, Pluriforme samenleving en Relaties. Je krijgt ook in de les uitleg over deze stof.
  • Welke onderwerpen vind je interessant en gaat je interesse naar uit? Schrijf dit voor jezelf op.
  • Je gaat bedenken welke persoon in jouw omgeving of netwerk je over de onderwerpen kunt interviewen.
  • Welke onderwerpen wil je nu precies bespreken? Maak een mindmap over deze persoon en onderwerp.
  • Ga nu interview vragen op papier zetten 
  • let op: je hebt nog 4 lessen om aan de opdracht te werken


timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide