H2 Bevolking & cultuur les 11 par 2.5 h1d

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is typisch Nederlands?

Slide 5 - Woordweb

Wat is het begrip?
"de manier waarop een groep mensen samenleeft"

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de belangrijkste cultuuruitingen?
A
Taal & eten
B
Religie & taal
C
Geloof & eten
D
Eten & cultuurgebieden

Slide 7 - Quizvraag

Welke twee talen zijn officiële talen in Nederland?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het geloof waar de meeste Nederlandsers in geloven?
(in aantallen)
A
Katholiek
B
Islam
C
Protestants
D
Gereformeerd

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Waar zijn de meeste mensen protestants?
A
In Noord-Nederland
B
In West-Nederland
C
In Zuid-Nederland
D
In Oost-Nederland

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waar zijn de meeste mensen katholiek?
A
In Noord-Nederland
B
In West-Nederland
C
In Zuid-Nederland
D
In Oost-Nederland

Slide 24 - Quizvraag

Waar zijn de meeste mensen islamitisch?
A
Op het platteland
B
In de steden
C
In Noord-Nederland
D
In Zuid-Nederland

Slide 25 - Quizvraag

Uit welke landen kwamen de eerste groep migranten in Nederland?
A
Joegoslavië, Duitsland, Polen & Roemenië
B
Turkije, Spanje, Marokko & Italië
C
Surname, Indonesië en Caribisch Nederland
D
Afghanistan, Syrië, Irak & Joegoslavië

Slide 26 - Quizvraag

Op de kaart hiernaast zie je landen met een Dunkin Donuts. Welk begrip past hierbij?
A
Robotisering
B
Amerikanisering
C
Kolonialisme
D
Cultuurverspreiding

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke landen kwamen de tweede groep migranten in Nederland?
A
Joegoslavië, Duitsland, Polen & Roemenië
B
Turkije, Spanje, Marokko & Italië
C
Surname, Indonesië en Caribisch Nederland
D
Afghanistan, Syrië, Irak & Joegoslavië

Slide 28 - Quizvraag

Ikram voelt zich erg verbonden met de cultuur uit haar moederland Nepal, ook nu ze in Nederland woont. Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Amerikanisering
C
Culturele identiteit
D
Cultuurverspreiding

Slide 29 - Quizvraag

Je ziet een filmposter. Films zijn een manier van cultuurverspreiding. Bij welke manier van cultuurspreiding past dit?
A
Cultuurverspreiding door migratie
B
Cultuurverspreiding door sociale media
C
Cultuurverspreiding door toerisme
D
Cultuurverspreiding door media

Slide 30 - Quizvraag

Welk begrip past bij de omschrijving?
"overnemen van cultuurelementen uit de cultuur van Verenigde Staten"
A
cultuurverspreiding
B
cultuurvermening
C
amerikanisering
D
globalisering

Slide 31 - Quizvraag

Khalid migreert omdat hij wordt bedreigd om zijn mening. Tot welke reden om te migreren behoort dit?
A
Sociale redenen
B
Politieke redenen
C
Economische redenen
D
Natuurlijke redenen

Slide 32 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste cultuuruitingen?
A
Taal & eten
B
Religie & taal
C
Geloof & eten
D
Eten & cultuurgebieden

Slide 33 - Quizvraag