Geschiedenis 8.1 en 8.2

8.1
Wisseling van de macht

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

8.1
Wisseling van de macht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 8.1
-Je kan je deel vraag van hoofdstuk 8.1 beantwoorden
-je weet wie Mahatma Gandhi is en wat hij heeft gedaan in kader van dekolonisatie
-je weet wie Gamal Abdel is 
-je weet wat neokolonialisme is 

Slide 2 - Tekstslide

 Gandhi als boegbeeld


 Gandhi was een voorbeeld voor veel mensen in India, Azië, en Afrika. Hij was een kleine tengere man met een ijzeren wil. Hij bond de strijd aan met het grote Britse rijk. Hij deed dit echter niet met wapens. Gandhi bepleitte vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid als verzet tegen het imperialisme. Gandhi bepleitte vreedzame burgelijke ongehoorzaamheid als verzet tegen het imperialisme. Hij bestreed de britse macht door symbolen van de Indiase (hindoe)gemeenschap te benadrukken en oneerlijke koloniale regels niet na te leven. 

Slide 3 - Tekstslide

Gandhi laat zien dat hij hen als leider accepteert maar dat de bezetters voor hun wil werken en niet andersom 

Slide 4 - Tekstslide

Invloed van de tweede wereld oorlog op de dekolonisatie.
Na de tweede wereldoorlog waren een hoop landen in Europa een grote economische puinhoop. De koloniën van de landen in Europa waren politiek sterker geworden en waren terug aan het vechten tegen de bezetters. Ook hadden linkse partijen in Europa geen zin meer in koloniaal avontuur. Waren ze zelf niet bezet geweest? hierdoor ging de dekolonisatie steeds sneller 

Slide 5 - Tekstslide

Atlantisch handvest
Tijdens de tweede wereld oorlog hadden Roosevelt en Churchill het Atlantisch handvest ondertekend. Hierin stond hoe een betere wereld er volgens hen na de oorlog uit zou moeten zien.

Slide 6 - Tekstslide

onafhankelijkheid in Azië
In de tien jaar na de Tweede Wereldoorlog werden grote delen van Azië onafhankelijk, waaronder Indonesië, India, Pakistan, (Laos, Cambodja en Vietnam) voormalig Indochina. Het verschilde per land hoe vreedzaam de dekolonisatie ging. In Indonesië moest men er hard voor vechten. Terwijl het in Pakistan en India betrekkelijk vredig de autonomie.

Slide 7 - Tekstslide

Afrika
De Egyptische president Gamal Abdel had in 1956 het Suezkanaal zonder overleg overgenomen. De Britten zetten meteen militaire actie op touw om het weer terug te veroveren wat ze uiteindelijk lukt. Zowel de sovjet Unie als de VS Dwongen de Britten zich terug te trekken en het Suezkanaal over te geven.
 In de meeste Afrikaanse koloniën was praktisch geen nationalisme. Veel grenzen waren kaasrecht getrokken en gingen recht door dorpen en stammen. Wat een staat was konden velen zich niet voorstellen , en daarom gingen eigen stam en familie vaak voor. Toch ontstonden na de oorlog tot 1980 ongeveer 40 onafhankelijke  nationale staten.

Slide 8 - Tekstslide

Neokolonialisme en problemen



De dekolonisatie was een goede stap maar het was nog niet alles. Landen mochten dan politiek vrij zijn maar bleven vaak economisch nog wel afhankelijk van hun vroegere moederlanden. Ze kregen bijvoorbeeld financieel hulp als ze beloofde om het communisme te bestrijden. Neokolonialisme is dat een kolonie niet meer een kolonie is qua politiek maar nog wel financieel afhankelijk is van het voormalige moederland.

Slide 9 - Tekstslide

hoe had de tweede wereldoorlog effect op de dekolonisatie?

Slide 10 - Open vraag

Leg het begrip Neokolonialisme uit

Slide 11 - Open vraag

Wie was Gamal Abdel?

Slide 12 - Open vraag

8.2
De worsteling van Indonesië

Slide 13 - Tekstslide

leerdoelen 8.2
- je kan de deelvraag van 8.2 beantwoorden 
- je kent het verschil tussen het PKI en het PNI
- je weet wie Soekarno is
- je kent het Akkoord van Linggadjati

Slide 14 - Tekstslide

PKI en PNI
In 1916 was er in Indië een volksraad opgericht hierdoor leek het even dat de weg naar onafhankelijkheid was ingeslagen. De leden mochten echter niet meebeslissen alleen advies geven. Om toch meer invloed te krijgen werden politieke partijen opgericht. De Partai Kommunis Indonesia (PKI) bestond al sinds 1914, maar begon zich na 1916 te roeren.
In 1926 werd zelfs een massale opstand georganiseerd. De Nederlandse regering kreeg er echter lucht van en sloeg de opstand hard neer. De PKI werd in 1927 verboden. In dat jaar werd de Partai Nasional Indonesia (PNI) opgericht. Onder leiding van Soekarno streefde deze partij naar onafhankelijkheid

Slide 15 - Tekstslide

Soekarno vast 
Soekarno werd vast gezet. Het bestuur in Nederlands-Indië niet wou horen van inspraak en onafhankelijkheid vond in Nederland een omslag plaats in het denken over koloniale overheersing. Dat het koloniale systeem niet kon voortbestaan maakte de Amerikaanse president Roosevelt duidelijk aan koningin Wilhelmina. 
 
Maar de koning in reageerde pas begin 1942 nadat de Japanners Nederlands-Indië al had bezet. Op 6 december 1942 hield Wilhelmina in Londen voor Radio Oranje een toespraak waarin ze verwees naar het atlantisch handvest en het recht op zelfbeschikking voor alle inwoners. 

Slide 16 - Tekstslide

Soekarno vast deel 2


Tijdens de bezetting van de Japanners werden tienduizenden Nederlanders vastgezet in zogenaamde jappenkampen. Soekarno werd vrijgelaten Een aantal Indonesische Nationalisten werkte actief met de Japanners mee onder leiding van Soekarno. Zij hoopte onafhankelijkheid te krijgen maar de Japanners wilde Nederlands-Indië voor zichzelf houden net zoals de Nederlanders

Slide 17 - Tekstslide

Soekarno roept onafhankelijkheid uit
Nadat de Japanners verslagen waren lieten zij toe dat Soekarno de onafhankelijkheid uitriep. In Nederland werd de uitroep van de onafhankelijkheid slecht ontvangen. Ze vonden Soekarno een verrader omdat hij de Japanse overheersing had aangegrepen om de eerste stappen naar zelfstandigheid te zetten 

Slide 18 - Tekstslide

Het Akkoord van Linggadjati

De gangbare mening in Nederland was met deze mensen onderhandel je niet. De Nederlandse Gouvernour-Generaal in Indië dacht daar anders over. Ondanks de tegengestelde belangen van de Indonesiërs en Nederlanders stelde hij onderhandelingen voor. 
Hij besefte namelijk dat voor Nederland de enorme archipel, waar de Republiek en het idee van onafhankelijkheid inmiddels sterk genesteld waren, niet makkelijk te heroveren zou zijn. Na moeizame onderhandelingen kwamen beide partijen toch tot het Akkoord van Linggadjati Nederland erkende de soevereiniteit van de nieuwe replubliek java, madoera en sumatra

Slide 19 - Tekstslide

Het Akkoord van Linggadjati Deel 2

en men sprak af om een samenwerkingsverband aan te gaan in een Verenigde Staten van Indonesië. Daarnaast zouden Nederland en Indonesië verbonden moeten worden in  een unie om gezamenlijke belangen te behartigen. De Nederlandse kroon zou aan het hoofd staan.
Ondanks spanning van beide kanten, was het akkoord volgen een Nederlandse vertegenwoordiger de kans om vreedzaam te dekoloniseren. Linggadja was echter voor veel Nederlanders onacceptabel. Maar waarom wilde Nederland de kolonie niet geheel op eigen benen laten staan. Het verlies van deze kolonie zou een economische ramp zijn. En ook had het met status te maken.

Slide 20 - Tekstslide

De Verenigde Staten voeren de druk op
De onderhandelingen liepen al snel weer vast. Gefrustreerd door haar onvermogen om met overleg het Nederlandse standpunt door te drukken, besloot de Nederlandse regering in november 1948 weer tot actie over te gaan.
 In deze actie nam het Nederlandse leger de Republikeinse leiding gevangen en veroverde het Djokjakarta. De nationalistische Indonesiërs zetten hun guerrillaoorlog voort. In deze onafhankelijkheidsoorlog begingen beide partijen verschrikkelijke wreedheden. 

Slide 21 - Tekstslide

De Verenigde Staten voeren de druk op deel 2
De Verenigde Naties grepen in met een boycot en de Verenigde Staten dreigden zelfs de Marshallhulp in te trekken. Het intrekken van de Marshallhulp zou een financiële strop betekenen voor de wederopbouw. Nederland kon daarom niet anders dan de wapens neerleggen. Op 27 december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit over aan de Republiek Indonesië.

Slide 22 - Tekstslide

Wie was Soekarno

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de PNI en de PKI en wat hadden ze gemeen?

Slide 24 - Open vraag

wat hield het Akkoord van Linggadjati in?

Slide 25 - Open vraag