MB 13 in oorlog afl 3

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent de afkorting NSB?
A
Nederlandse Sociale Bank
B
Nieuw Soort Boeven
C
Nationaal Socialistische Beweging

Slide 2 - Quizvraag

Zet de cijfers van de volgende gebeurtenissen
op de goede volgorde:
1. Duitse inval
2. Dolle dinsdag
3. Bevrijding Nederland
A
1 2 3
B
3 2 1
C
2 3 1
D
2 1 3

Slide 3 - Quizvraag

In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog is het crisis in Nederland.
Wanneer is er sprake van een economische crisis?
A
als veel mensen een goede baan hebben
B
als veel mensen werkeloos zijn

Slide 4 - Quizvraag

De ouders van Carry hebben weinig geld.
Wat krijgen ze van Marinus als hulp?

Slide 5 - Open vraag

Wat voor een werk zoekt hij?
A
bakker
B
stratenmaker
C
onderwijzer
D
maakt niet uit wat

Slide 6 - Quizvraag

Eén op de acht mannen was in de
crisistijd werkloos.
Wat deed de regering om de werklozen
aan het werk te helpen?
A
Ze richtte een nieuwe partij op voor de werklozen, de NSB.
B
Ze gaf de werklozen een uitkering zodat ze weer gewoon konden leven.
C
Ze vroeg Duitsland om hulp te bieden.
D
Ze liet mannen een bos aanleggen in de buurt van Amsterdam.

Slide 7 - Quizvraag

Hier zie je twee vlaggen.

Welke is van de NSB?
A
A
B
B

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de leider van de NSB?
A
Adolf Hitler
B
Anton Mussert

Slide 9 - Quizvraag

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde..

1. NSB-leden worden gearresteerd door de Nederlandse politie.
2. NSB-leden helpen de Duitsers.
3. De NSB wordt opgericht.
4. NSB-leden worden vernederd. Ze worden bespuugd, geslagen en uitgelachen.
5. NSB-leden worden bevrijd door de Duitsers.
A
1 2 3 4 5
B
3 5 2 1 4
C
5 4 3 2 1
D
2 1 4 6 3

Slide 10 - Quizvraag

Net als de NSB heeft de NSDAP veel ellende veroorzaakt.
Toch zijn beide partijen via verkiezingen aan de macht gekomen.

Hoe worden de leden van de NSDAP ook wel genoemd?
A
aardappel eters
B
domme mensen
C
nazi's
D
joden

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf op wat je deze les hebt geleerd
of
Schrijf op wat je nog wil vragen

Slide 12 - Open vraag