(8) Toets je Kennis Hoofdstuk 3 Paso adelante Deel 1A

• Spaans
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

Capítulo 3: Mi casa es tu casa 

La clase de hoy: de les van vandaag

Maak de formatieve toets van hoofdstuk 2/3, met deze toets kan je jezelf toetsen om te kijken waar je nog op moet letten of aan moet werken.

La meta de la clase: het doel van les

De grammatica en de woordenschat opfrissen en die kunnen toepassen in de opdrachten.

- Jullie oefenen met de woordjes van hoofdstuk 3 "3.1 + 3.3".

- Jullie oefenen met de bezittelijk voornaamwoord.

- Jullie oefenen met de vervoeging van "estar"

- Oefenen regelmatige werkwoorden op ar-er-ir "Presente" 

                                                                       (tegenwoordige tijd).

¿Dónde…?

¿Cuándo…?

¿Cómo…?

¿Cuánto/a/os/as…?

¿Por qué…?

¿Quién/

quiénes…?

Waar...?

Wanneer...?

Hoe...?

Hoeveel...?

Waarom...?

Wie...?

Sleep de bezzitelijk voornaamwoorden van NL naar Spaans

nuestro/a

sus

su

tu

vuestro / a

mi

hun

uw

haar

mijn

jullie

ons/onze

jouw

zijn

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

Amber y Saron _____ (estar) de vacaciones en Madrid.

Senna y yo______(estar) en el salón 132.

¿Tú________ (estar-tú) en casa o en el colegio?

Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela

Lisa y tú _____(estar-vosotros) en Holanda.

están

Estamos

estás

estoy

estáis

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

 _______(hablar-yo) español con Anne. 

Jasmijn___________ (comer) frutas en el desayuno.

Qiu Mei y Daan _______________(escribir) correos en en dos idiomas.

Samira y yo ___________ (comer) muchos churros con chocolate.

No, Rosalinde y yo _____ (cantar) en español.

Tú...................................(escribir) los deberes en tu Ipad.

hablo

come

escriben

comemos

cantamos

escribes

Un minuto para estudiar la fuente B

Waar speelt dit fragment zich af?

1. op school
2. in het huis van Raúl
3. in het winkelcentrum
4. op school en op vakantie

Plaatje 1:
Waar houdt Raúl niet van?

1. school
2. wiskunde
3. scheikunde
4. biologie

Plaatje 2:
Bij wie gaan Raúl en Pilar zitten?

1. bij Lucía en Juan
2. bij Javier en María
3. bij Javier en Lucía
4. bij José en Sofía

Plaatje 3:
Waarnaar kijken Jean en Pilar op de foto?

1. de zonsopkomst
2. de zonsondergang
3. naar elkaar
4. de wolken

Evaluación
Wat was je leerdoel?
Wat was de opdracht waar jullie het meest van hebben geleerd en waarom?