3.1 DE EERSTE WERELDOORLOG (DEEL 2)

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Startopdracht
Werk stil en voor jezelf
Beantwoord de vraag in je aantekeningenschrift:

Leg uit hoe het toenemende nationalisme in verschillende landen, voor het uitbreken van de eerste wereld oorlog heeft gezorgd.



Slide 2 - Tekstslide




3.1 De Eerste Wereldoorlog

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bondgenootschappen
(tot 1917)

  • Geallieerden: Frankrijk, Engeland, Rusland, Italië, Servië

  • Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkse Rijk, Bulgarije

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Strijd aan twee fronten
De spanning tussen de twee partijen liep op. Dit kwam doordat ze een negatief beeld verspreiden in kranten, posters en op de radio. 
-> = propaganda. 

Hierdoor werden mannen in het leger nog enthousiaster om oorlog te voeren. 

Slide 9 - Tekstslide

Propaganda: verspreiding van ideeën.

Slide 10 - Tekstslide

Strijd aan twee fronten
Om de oorlog te voeren, groeven ze diepe greppels versterkt door zandzakken en prikkeldraad = loopgraven. 

-> Vanuit hier voerden de partijen oorlog tegen elkaar aan het front. 

Slide 11 - Tekstslide

Strijd aan twee fronten
Duitsland wilden ook Rusland veroveren. Hierdoor vocht Duitsland zowel tegen Frankrijk als Rusland. Dit noem je een tweefrontenoorlog.

In 1917 kwam in een Rusland een ondemocratische regering van communisten aan de macht. Dat regime sloot vrede met Duitsland. 

De Verenigde Staten hielp vanaf 1917 de geallieerden (Frankrijk). Hierdoor verloor Duitsland. 

Slide 12 - Tekstslide

Tweefrontenoorlog

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Nederland tijdens de oorlog
Nederland was neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er werd toen ook geen oorlog gevoerd in Nederland. 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen er miljoenen Belgen naar Nederland. Zij vluchten voor de ellende van de oorlog 
(zie afbeelding ->)

De geallieerden wilden voorkomen dat Duitsland via Nederland voedsel en brandstof kreeg. Hierdoor stopte ze de handel en kreeg Nederland tekort aan voedsel en brandstof. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag!
Werken aan je weektaak
= opdrachten 3.1+ herh/verd

Leren voor SO 3.3+3.4

Volgende week: 3.2+4.1

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Kader / Gemengde leerweg

Lezen: 90, 91 en 92
Maken: 1 t/m 5

Lezen: 93, 94 en 95
Maken: 6 t/m 9

Slide 18 - Tekstslide