Reken zeker en hiephiep op naar IEP!
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
960 : (16x2)
A
3
B
12
C
30
D
120
Slide 3 - Quizvraag
Met elke kan limonade kun je 8 bekers volschenken. 189 kinderen krijgen 2x limonade. Hoeveel kannen?
A
45
B
47
C
46
D
48
Slide 4 - Quizvraag
Bjorn meet de omtrek van zijn vaders tuin. De tuin van vader is 6m bij 4m. Wat moet Bjorn doen om de "omtrek" van de tuin uit te rekenen?
A
6+4
B
6+6+4+4
C
6x4
D
6:4
Slide 5 - Quizvraag
In het magazijn staan 15 dozen. In elke doos zitten 12 doosjes met 12 kleurpotloden. Hoeveel potloden?
A
2160
B
2610
C
2100
D
1440
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de uitkomst?
30 - 5 x 2 + 10
30 - 5 x 2 + 10
A
10
B
30
C
300
D
60
Slide 7 - Quizvraag
Oppervlakte schrijf je in...
A
meter (m)
B
kilo (kg)
C
vierkante meter (m2)
D
liter (l)
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het juiste antwoord?
20 % van 440 =...
20 % van 440 =...
A
420
B
22
C
44
D
88
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het juiste antwoord?
50 % van 150 = ....
50 % van 150 = ....
A
100
B
75
C
15
D
125
Slide 10 - Quizvraag
100 fietsen...
3 % hiervan =
3 % hiervan =
A
97
B
103
C
3
D
30
Slide 11 - Quizvraag
2 op 5 kinderen zitten op voetbal.
Er zijn 25 kinderen.
Hoeveel kinderen zitten op voetbal?
Er zijn 25 kinderen.
Hoeveel kinderen zitten op voetbal?
A
15
B
10
C
5
D
9
Slide 12 - Quizvraag
Bekijk deze som, wat is volgens jou belangrijke informatie:
"In een bus zitten twaalf passagiers en een chauffeur. Er stappen 3 mensen uit, maar ook 8 in. Hoeveel mensen zitten er nu nog in de bus?"
"In een bus zitten twaalf passagiers en een chauffeur. Er stappen 3 mensen uit, maar ook 8 in. Hoeveel mensen zitten er nu nog in de bus?"
