Kennismakingsspelletjes

Introductie week
Klas HV1B
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
CoachuurVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie week
Klas HV1B

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
 1. Magister 
2.  Kennismakingspelletjes : 9: 30 tot 10 :30
  •  Kwartetspel
  •  Handen
  •  kring maken
Pauze : 10:30 tot 10:50
  • Krantenmeppertje
  • Ik ga op reis en neem ...
  • Stok....
  • Speurtocht

Slide 2 - Tekstslide

Spel 1: Kwartetspel
Iedere leerling maakt een kwartet (vier kaarten) van zichzelf. Op iedere kaart komt een karaktereigenschap, lievelings kleur,  hobby en lievelings eten van de leerling te staan. Je tekent en versiert je kaart zo duidelijk mogelijk in het aangegeven witte vak :)

Slide 3 - Tekstslide

- Knip de kaartjes in vier.
-  Ik neem de kaartjes af.
- In groepjes van 4 gaan jullie het spel samen spelen


Slide 4 - Tekstslide

Spel 2:Handen
  1. Leg je eigen hand op een papier en omtrek je hand met een pen!
  2. Vul bij elke vinger het volgende in:  (zie plaatje)
  3. Doe alle papieren handen in een bak!
  4. De coach laat iemand een papieren hand pakken en oplezen wat erop staat.
  5. Steek je vinger op als je weet van wie de hand is!








Slide 5 - Tekstslide

Spel 3:Krantenmeppertje(kring)
Alle leerlingen zitten in een kring op 1 na. Deze leerling staat in het midden en krijgt een opgerolde krant/a3-papier. De docent wijst 1 leerling aan. Deze leerling zegt een naam en de persoon in het midden probeert deze persoon zachtjes met de krant op de benen te tikken. Lukt dat voordat de persoon een nieuwe naam zegt, dan is deze persoon af en gaat deze persoon in het midden. Wordt er een nieuwe naam geroepen, dan gaat de persoon met de krant naar die persoon et cetera. Je mag niet telkens dezelfde naam noemen en niet de naam noemen van degene die jou heeft genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Spel 4:Ik ga op reis en neem mee
Speler 1 zegt: ‘Ik ga op reis en neem mee: noem de naam van een klasgenoot die ‘mee mag.’’. Daarna wijst speler 1 een klasgenoot aan die vervolgens ‘op reis met’ mag spelen = speler 2.
Speler 2 noemt eerst de naam van de klasgenoot die mee mocht van speler 1 + noemt de naam van een klasgenoot die ‘ook mee mag’. Daarna wijst speler 2 de derde speler aan.
Speler 3 noemt eerst de klasgenoten op die mee op reis mochten bij speler 1 en 2 + noemt een klasgenoot ‘die mee op reis mag’ + wijst vervolgens speler 4 aan.
Speler 4 gaat op zijn beurt eerst alle namen opnoemen van de klasgenoten die ‘mee op reis mochten’ + noemt een naam van een klasgenoot die mee op reis mochten bij de vorige speler + wijst op zijn beurt speler 5 aan.
Zo komt iedereen aan de beurt en de reis is pas klaar als iedere klasgenoot mee op reis is geweest.


Slide 7 - Tekstslide

Spel 5:Namenketting
Iedereen zit in een kring en zegt elk om beurt zijn eigen naam. Daarna staat iedereen op en zoekt een andere plaats. De namen worden nogmaals overlopen. Nu moet je je eigen naam zeggen en de namen van al diegenen die al voor jou aan de beurt zijn geweest herhalen. Bv. ‘Ik ben C en dit zijn B en A’ De eerste die de hele kring kan overlopen zonder te missen, wint!



Slide 8 - Tekstslide

Speurtocht

Slide 9 - Tekstslide

De Helium Stick
Er worden 3 groepen van 7  à 8 leerlingen gevormd.
Ik ga zo een stok op jullie wijsvingers leggen. Deze stok is heel licht. Pas op dat hij niet naar boven zweeft! De stok ligt op jullie wijsvingers zonder dat je hem beetpakt. Het doel van deze opdracht is dat je de stok op de grond neerlegt, zonder dat je wijsvingers hem loslaten.

Slide 10 - Tekstslide

Dit doen jullie zo:
- hou je ellenbogen in een hoek van 90 graden
- steek je wijsvingers uit
- deze houdt je om en om met de wijsvingers van degene tegenover je
 - ik ga de heliumstick op jullie vingers laten rusten
- blijf met je wijsvingers in contact met de stick
- wanneer iedereen zijn wijsvingers tegen de stick aan heeft, start het spel
De andere leerlingen gaan observeren. Ze houden hun mond, mogen geen aanwijzingen geven, maar mogen als het klaar is, wel uitleggen wat ze gezien hebben. Wat is een betere tactiek? Wat konden ze anders doen? Wie nam er de leiding?

Slide 11 - Tekstslide

Ballonnenspel
Alle leerlingen krijgen een ballon en schrijven daar hun voornaam op. Alle ballonnen worden achter in het lokaal gelegd. Zodra er start wordt gezegd mogen de leerlingen zorgen dat ze hun ballon met eigen naam hebben en weer op hun eigen stoel zitten. De coaches timen dit.
Alle ballonnen worden weer achter in het lokaal gelegd. Zodra er start wordt gezegd mogen de leerlingen zorgen dat ze hun twee ballonnen met voor hebben en weer op hun eigen stoel zitten. De coaches timen dit.
 Denken de leerlingen dat ze sneller kunnen? Hoe dan? Wat is een betere tactiek?

Slide 12 - Tekstslide

Touw in de knoop 
De klas wordt verdeeld in twee of drie groepen. De groep staat bij elkaar en ze moeten allemaal met 1 hand het touw vasthouden. Deze hand mag niet los. Het touw zit in de knoop en de leerlingen moeten het touw uit de knoop zien te krijgen, zonder dat ze het touw loslaten. Ze moeten dus samenwerken.
De andere leerlingen, die geen touw vasthouden, gaan observeren. Ze houden hun mond, mogen geen aanwijzingen geven, maar mogen als het klaar is, wel uitleggen wat ze gezien hebben. Wat is een betere tactiek? Wat konden ze anders doen? Wie nam er de leiding?

Slide 13 - Tekstslide

Op het schoolplein : Lopen en stilstaan
De groep begint te lopen op het teken van de docent. Ze moeten zelf bepalen wanneer ze stoppen, maar ze moeten allemaal tegelijk stilstaan. Ze mogen niet met elkaar praten. Ze moeten dus een manier vinden om te bepalen hoe ze het voor elkaar krijgen allemaal op hetzelfde moment te stoppen.
Paar keer proberen, hoe los je het nou op om met elkaar dit voor elkaar te krijgen

Slide 14 - Tekstslide

Schoolplein : Vier hoeken 
Elke leerling moet naar elke hoek van het schoolplein. Jullie moeten dit in een tweetal doen, maar het tweetal moet bij elke hoek anders zijn. Jullie mogen elke hoek maar één keer bezoeken. Je mag pas naar de volgende hoek als je een nieuw tweetal hebt. Zo niet, dan blijf je staan in de hoek.
Paar keer proberen, hoe los je het nou op om met elkaar dit voor elkaar te krijgen?

Slide 15 - Tekstslide

Veilig fietsen project
10:50 - 11:35

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide