Topondernemers - Les 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar hadden we het de vorige keer over?
En wat doen we vandaag?
- Aanleiding
- Radio Oranje
- D-Day

Slide 2 - Tekstslide

Meegenomen spulletjes

Slide 3 - Tekstslide

Europa en Azië

Slide 4 - Tekstslide

Verdrag van Versailles
Economische crisis in het Interbellum
Antisemitisme

Slide 5 - Tekstslide

Inval Polen door Duitsland en Sovjet-Unie
Hitler wint verkiezingen

Slide 6 - Tekstslide

Jodenhaat
Concentratiekampen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog?
A
Vredige periode
B
20-jarige rust
C
Interbellum
D
20 Crisisjaren

Slide 8 - Quizvraag

Wie kregen de schuld van de economische crisis na de Eerste Wereldoorlog?
A
Duitsers
B
Joden
C
Europa
D
Nederlanders

Slide 9 - Quizvraag

Welk land hield zich niet aan de afspraken over het leger?
(Verdrag van Versailles)
A
Oostenrijk
B
Verenigd Koninkrijk
C
Frankrijk
D
Duitsland

Slide 10 - Quizvraag

Waarvoor kregen Joden een brief thuisgestuurd?
A
Moesten naar verzamelplaats
B
Hadden prijs gewonnen
C
Kregen extra geld
D
Werden weggevoerd

Slide 11 - Quizvraag

https://youtu.be/1aaM0zOCebE
Radio Oranje
In het geheim
Koningin Wilhelmina vanuit Londen

Slide 12 - Tekstslide

Wie hield de toespraken via de radio?
A
Koning Willem-Alexander
B
Prinses Beatrix
C
Koningin Wilhelmina
D
Prins Hendrik

Slide 13 - Quizvraag

Vanuit welke stad werd Radio Oranje uitgezonden?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Londen
D
Parijs

Slide 14 - Quizvraag

Waarom werd er in het geheim geluisterd naar de radio?
A
Duitsers vonden het saai
B
Duitsers pakten radio's af
C
Duitsers haatten Nederlandse radio's
D
Duitsers verboden Engelse zenders

Slide 15 - Quizvraag

Waarom hield de koningin toespraken?
A
Ze wilde moed inpraten en hoop geven
B
Zo kon ze praten met Nederlanders
C
Dan wist de wereld dat ze bestond
D
Ze vond het gezellig

Slide 16 - Quizvraag

D-Day
Overzees met paratroepers

Slide 17 - Tekstslide

Utah- en Omaha-Beach in Normandië
Amerikaanse begraafplaats

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent D-Day
A
Dag van de dieren
B
Dag dat het moet gebeuren
C
Dag van het dansen
D
Dag dat de Duitsers aanvielen

Slide 19 - Quizvraag

Wie kwamen West-Europa bevrijden?
A
Verenigde Staten, Canada en Verenigd Koninkrijk
B
Frankrijk, Spanje en Italië
C
Canada, Frankrijk en Finland
D
Rusland, Denemarken en Oostenrijk

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer was D-Day?
A
5 juli 1943
B
12 december 1942
C
6 juni 1944
D
27 augustus 1944

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn paratroepers?
A
Mensen met een boot
B
Mensen met een geweer
C
Mensen met een parachute
D
Mensen met een helikopter

Slide 22 - Quizvraag

Gaven de bevrijders de stranden codenamen?
A
Nee
B
Ja

Slide 23 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Woordweb