Woordenschat P1 herhalen

Woordenschat P1 herhalen
oktober 2023   CW
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat P1 herhalen
oktober 2023   CW

Slide 1 - Tekstslide

Woorden al goed geleerd?
Je moet de woordenlijst voor PO1 goed leren.
Je moet de woorden en betekenissen kennen.
Je moet de woorden goed kunnen gebruiken.
Hoe veel ken je er al?

Slide 2 - Tekstslide

een plaatje van iets of iemand; de illustratie =
A
de afbeelding
B
de handleiding
C
de briefaanhef
D
het artikel

Slide 3 - Quizvraag

de afbeelding
een plaatje van iets of iemand; de illustratie

Slide 4 - Tekstslide

niet meer laten doorgaan, stoppen
A
bepalen
B
deskundig
C
de betrouwbaarheid
D
annuleren

Slide 5 - Quizvraag

annuleren
niet meer laten doorgaan, stoppen

Slide 6 - Tekstslide

In de handleiding lees je
A
hoe je iets moet doen
B
de belangrijkste informatie over een product
C
het belangrijkste wat over een onderwerp wordt gezegd
D
of je echt kan geloven wat er in een tekst staat

Slide 7 - Quizvraag

de handleiding
tekst met belangrijke informatie over een product waarin ook wordt uitgelegd hoe je een product moet gebruiken

Slide 8 - Tekstslide


Dit is een
A
folder
B
bijsluiter
C
artikel
D
afbeelding

Slide 9 - Quizvraag

de bijsluiter
tekst met belangrijke dingen die je moet weten over geneesmiddelen

Slide 10 - Tekstslide

Het belangrijkste over het onderwerp van een tekst noem je:
A
de conclusie
B
de bron
C
de hoofdgedachte
D
de hoofdletter

Slide 11 - Quizvraag

de hoofdgedachte
het belangrijkste wat over het onderwerp van een tekst wordt gezegd in één zin

Slide 12 - Tekstslide

de conclusie
wat je bedenkt nadat je over een onderwerp nagedacht, gelezen of gehoord hebt

Slide 13 - Tekstslide

Als je wil weten hoe betrouwbaar een tekst is, check je
A
wie de tekst ook leest
B
wie de tekst geschreven heeft
C
wie de tekst heeft geliked
D
voor wie de tekst is geschreven

Slide 14 - Quizvraag

de betrouwbaarheid
Kun je echt geloven wat er in de tekst staat?
Wat is de bron van de tekst? waar komt de informatie vandaan?

Slide 15 - Tekstslide

Je ziet op de volgende dia een tekst
Sleep de woorden naar de goede plek in de tekst

Slide 16 - Tekstslide

Alinea
Tussenkopje
Inleiding
Afbeelding
Titel

Slide 17 - Sleepvraag

Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe helpen bij het indelen van een
A
argument
B
doel
C
tekst
D
feit

Slide 18 - Quizvraag

5W&1H-vragen
vragen om je te helpen bij het indelen van een tekst:
Wie - Wat - Waar - Wanneer - Waarom en Hoe.

Slide 19 - Tekstslide

Een aantal zinnen die bij elkaar horen noem je
A
een alinea
B
deelonderwerpen
C
een woord
D
een zin

Slide 20 - Quizvraag

de alinea
aantal zinnen in een leestekst die bij elkaar horen.

Slide 21 - Tekstslide

Als je een nieuwe stofzuiger hebt, kun je lezen hoe je deze gebruikt in
A
de handleiding
B
de gebruiksaanwijzing
C
de folder
D
het artikel

Slide 22 - Quizvraag

de gebruiksaanwijzing / de instructie
tekst waarin verteld wordt hoe je iets moet doen
(stap voor stap); bijvoorbeeld een recept

Slide 23 - Tekstslide

Op sociale media kun je iets opzoeken met
A
# de hash-tag
B
@ de apenstaart

Slide 24 - Quizvraag

de hash-tag #
woord/symbool om iets op te zoeken op sociale media
#; symbool en woord (om iets op te zoeken op sociale media)

Slide 25 - Tekstslide

Welk doel heeft reclame?
A
Amuseren
B
Overhalen
C
Instrueren
D
Informeren

Slide 26 - Quizvraag

Iedereen een eigen koffiebeker laten meenemen is goed voor het milieu.
Wie wil dat nou niet?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 27 - Quizvraag

Welk doel heeft een recept?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het doel van een nieuwsbericht?
A
Instrueren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overhalen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van een roman?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Maria heeft gisteren haar huiswerk gemaakt
A
Maria
B
heeft
C
haar huiswerk
D
gemaakt

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Enkelvoud
Meervoud
wij
Ik
schrijven
lees
pen
maakt
boeken
meisje

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Tekstslide

Hoe goed ken je deze woorden van Periode 1
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

woorden leren, hoe doe jij dat?

Slide 36 - Woordweb