m2 ch3 AB 180220 GRL5

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

qu'est-ce que nous allons faire?

1. présence
   
2. chapitre 3, B & C  (20)
3. nous parlons (5)
   
4. les devoirs 
   
5. la fin

les objectifs

Je begrijpt een Franse tekst met nieuwe woorden.

les devoirs

De vorige keer hebben we: een tekst geluisterd en gelezen over een fan van Zaz. 

Het huiswerk was: 

Faire/Maken: A 4, 6, 7

Apprendre/Leren: vocabulaire A

Zometeen bespreken... eerst naar B

lire (10)

chapitre 3

Lire B,  page 41 (tb)

M: 8, 10, 11, 12 (wb)

vocabulaire B: page 119 (wb)

on parle français

ça va bien?

comment tu t'appelles?

tu connais Zaz?

tu aime quelle musique?

quel est ton chanteur préféré?

qu'est-ce que tu aimes faire?

Pardon?

Je ne connais pas le mot.

Tu envoies des messages?

1. Ontvang jij berichten?
2. Stuur jij berichten?
3. Kijk je het nieuwsbericht?
4. Vind je dat grappig?

Je connais les textes
PAR COEUR

1. Te gek
2. saai
3. in mijn hart
4. uit mijn hoofd

wat hoort er niet bij?
GÉNIAL / CASSE-PIEDS / SUPERBE

1. génial
2. casse-pieds
3. superbe

Zaz est une CHANTEUSE française.

1. zanger
2. artiest
3. kaartje
4. zangeres

Chapitre 3: Le beau monde

studiewijzer

vorige les: bron A: Super Fan (je veux tout savoir)

deze les gelezen: B: mon ami: Paul Bogba (10, 11)

Les devoirs

chapitre 3

Lire B, page 41 (tb)

M: 8, 10, 11, 12 (wb)

vocabulaire B: page 119 (wb)

wat heb je geleerd? 

la prochaine fois

de volgende keer:

C: bezittelijk vnw

La fin du cours

bonne journée!

C: bezittelijk voornaamwoord

mon ton son, ma ta sa, votre notre leur, 

mes tes ses vos nos leurs

enkelvoud

mijn                   jouw            zijn/haar

mon frère    ton frère    son frère

ma soeur    ta soeur     sa soeur