B1

Maandag 11-10-2021

  Welkom allemaal!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Maandag 11-10-2021

  Welkom allemaal!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Grammatica 7.7: scheidbare werkwoorden. wanneer vast aan elkaar en wanneer los van elkaar? 
  • Spel om scheidbare werkwoorden te herhalen
  • Toerisme: woorden, luisteroefening, spreken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak zelf een zin met deze werkwoorden.

- tegenwoordige
  tijd
- verleden tijd
-voltooide
  tijd

Slide 4 - Tekstslide

Geef antwoord en gebruik een vorm van het woord dat tussen haakjes (....) staat.
  1. Waar kom je vandaan? (opgroeien)
  2. Ga je ook mee naar het feest van Sarah? (uitnodigen)
  3. Met wie gaat Jan naar het feest? (meenemen)
  4. Wie is de nieuwe vriend van Aasma? (aanwijzen)
  5. Hebben we voldoende rijst op voorraad? (inkopen)
  6. Hoe ga je naar Amsterdam? (overstappen)
  7. Neem je na de trein zo'n dure taxi? (ophalen)
  8. Ga je zaterdag op vakantie? (inpakken)
  9. Wat doet de leverancier? (invoeren)

Slide 5 - Tekstslide

Toerisme

Slide 6 - Tekstslide

Toerisme
Noem een bekende toeristische plek uit jouw land en vertel erover.

Slide 7 - Tekstslide

Toerisme
  • Welke banen ken je waarbij je met toeristen werkt?
  • Lijkt het jou leuk om met toeristen te werken? Waarom wel/niet?
  • Wat weet je al over het onderwerp?
  • Bedenk 10 woorden die je misschien gaar horen.
  • Waar gaat de tekst over, denk je?

Slide 8 - Tekstslide

Je hoort drie mensen vertellen over het werk dat ze doen binnen de toeristische sector.

Slide 9 - Tekstslide

Welke beroepen hoor je?
  • Persoon 1:
  • Persoon 2:
  • Persoon 3 :

Slide 10 - Tekstslide

waarderen 

Welke zin klopt:
  1.  Ik waardeer het dat je mijn geheim aan niemand hebt verteld.
  2.  We waarderen iedere maandag om tien uur.
  3.  Hij waardeert graag in de tuin.
  


Slide 11 - Tekstslide

de verzekering

 Welke zin klopt:
  1. Morgen is het jaarlijkse uitje van de verzekering.
  2.  Mijn vriendin wil graag een rode verzekering.
  3.  Na de brand kreeg ze geld terug van de verzekering.
  


Slide 12 - Tekstslide

het reisbureau

Welke zin klopt:
  1. Karim vraagt zijn nieuwe paspoort aan bij het reisbureau.
  2.  Ik regel mijn reis niet zelf, ik ga liever naar een reisbureau.
  3.  Marijke zit te lang achter haar reisbureau.


Slide 13 - Tekstslide

de zakenvrouw

Welke zin klopt:
  1.  Zij maakt schoon bij oude mensen en is dus een echte zakenvrouw.
  2.  Die zakenvrouw heeft veel geld verdiend voor haar bedrijf.
  3.  Hanneke heeft een eigen zakenvrouw.


Slide 14 - Tekstslide

de begeleider

Welke zin klopt:
  1. Manus heeft een koper gevonden voor zijn begeleider.
  2.  Als je een momentje hebt, dan installeer ik je begeleider.
  3.  De begeleider gaf ons een lastige opdracht.


Slide 15 - Tekstslide

de zakenman

 Welke zin klopt:
  1. Bemoei je met je eigen zakenman!
  2.  De zakenman heeft het erg druk op zijn werk.
  3.  Ze deed haar schoolboeken in een zakenman.


Slide 16 - Tekstslide

de fantasie

Welke zin klopt:
  1.  Ik heb te weinig fantasie om een lied te bedenken.
  2.  Het opruimen van al die spullen kost mij veel fantasie.
  3.  De mooie dame fotografeerde mijn fantasie.
  


Slide 17 - Tekstslide

de sector

 Welke zin klopt:
  1. Het gaat beter met de toeristische sector.
  2.  De leider van de sector was een gevaarlijke man.
  3.  Ik werk op een leuke sector in dat bedrijf.


Slide 18 - Tekstslide

Maak een zin die bijna hetzelfde betekent:
  1. Werk op toeristisch gebied lijkt me erg leuk.
  2. Hij adviseert me over de inrichting van mijn huis.
  3. Ik ben op zoek naar variatie in maaltijden zonder vlees.
  4. Zij is niet echt boos, zij is aan het toneelspelen.
  5. Die twee zijn dol op elkaar.
  6. Ik ben in aanraking gekomen met een nieuw product.
  7. Omar werkt al jaren achter de receptie.

Slide 19 - Tekstslide

Spreekopdracht

Noem 2 voordelen van werken in de toeristische sector

Noem 2 nadelen van werken in de toeristische sector

Zou jij willen werken in de toeristische sector? Wat zou je dan willen doen?

Slide 20 - Tekstslide

Dank jullie wel!!!

Slide 21 - Tekstslide