Meervouden - Seite 98
1. mannelijk: " + e dus: der Sohn - die Söhne
2. vrouwelijk: + n of + en dus: die Frau -die Frauen
die Schwester- die Schwestern
3. onzijdig: + e dus: das Schaf - die Schafe
Uitzonderingen: 1. Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op el/en/er blijven in het meervoud onveranderd
dus; der Wagen - die Wagen
Uitzonderingen 2. Woorden die eindigen op y, a,i,o krijgen vaak een -s
dus: das Taxi - die Taxis