Bezittelijke voornaamwoorden: My/Mine/Of Mine

Bezittelijke voornaamwoorden
My / Mine / Of Mine
Mijn / die van mij / van mij
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bezittelijke voornaamwoorden
My / Mine / Of Mine
Mijn / die van mij / van mij

Slide 1 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden = possessive pronouns
Je gebruikt ze om aan te geven van wie iets is. 
Het woord zegt het al: bezit
Voorbeeld:
She is my best friend = Ze is mijn beste vriendin

Slide 2 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Hoe moet je dit nu leren?
Op de volgende slides kom je rijtjes tegen met voorbeeld van de bezittelijke voornaamwoorden.
Deze moet je gewoon uit je hoofd leren.
Stampen dus! ;-)

Slide 3 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
my = mijn                                  He is my friend
your = jouw                              He is your friend (enkelvoud)
his = zijn                                    He is his friend
her = haar                                 He is her friend
its = zijn/haar                          He is its friend 
our = onze                                 He is our friend
your = jullie                               He is your friend (meervoud)
their = hun                                 He is their friend 

Slide 4 - Tekstslide

Let's practise!
Er volgen nu wat meerkeuze vragen.
Kies het juiste antwoord. 

Slide 5 - Tekstslide

Sheila loves to stay over at ........ (mijn) place
A
of my
B
mine
C
my
D
of mine

Slide 6 - Quizvraag

..... (Haar) brother passed his driver's exam yesterday.
A
his
B
her
C
of her
D
of his

Slide 7 - Quizvraag

Gretha, is this ........ (jouw) book?
A
your
B
yours
C
of yours
D
our

Slide 8 - Quizvraag

I found it on ........ (onze) couch.
A
her
B
his
C
our
D
your

Slide 9 - Quizvraag

It is not ...... (mijn) book.
A
mine
B
my
C
your
D
of mine

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht 1
Er volgen nu wat open vragen.
Vul het juiste bezittelijke voornaamwoord in.

Slide 11 - Tekstslide

She is very happy with ........ (haar) new born child.

Slide 12 - Open vraag

The father is also very happy with ....... (zijn) first child.

Slide 13 - Open vraag

Who's dog is this?
It is ....... (die van haar).

Slide 14 - Open vraag

Do you know whose cat this is?
Yes, it is ........ (hun) cat.

Slide 15 - Open vraag

Do you know whose phone this is?
Yes, it is ....... (haar) phone.

Slide 16 - Open vraag

He is ..... (mijn) boyfriend. So stay away from him, Kim.

Slide 17 - Open vraag

That performance ...... (van jou) is great! I love it.

Slide 18 - Open vraag

The end

Slide 19 - Tekstslide