8.5

Welkom! 
Welkom
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Planning:
Planning tot aan vakantie
05 min
Herhaling tot nu toe
10 min
Zelfstandig lezen 8.5
05 min
Uitleg Geluidssnelheid
15 min
Maken opdrachten
20 min
Bespreken opdrachten
15 min 

Slide 2 - Tekstslide

Planning tot aan vakantie:
  • Vrijdag 22-09:                           Paragraaf 8.3
  • Maandag 25-09:                      Toets bespreken + 8.4
  • Woensdag 27-09:                    Vervalt mogelijk ?
  • Vrijdag 29-09:                           Paragraaf 8.5
  • Maandag 2-10:                          Herhalingsles H8 (+ Eventueel vragen H7)
  • Woensdag 4-10:                       Vervalt
  • Vrijdag 6-10:                              SO H8 Geluid
  • Dinsdag 10-10 van 08:20 uur - 09:50 uur          SE TOETS H7 + H8

Slide 3 - Tekstslide

Vragenuur NaSk 
  • Maandag 9 oktober om 15:00 uur in lokaal 201 (onder voorbehoud)
  • Herhaling H7
  • Herhaling H8
  • Toetsen inzien
  • Toetstips
  • (Eventueel kan het ook via Teams)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groter de uitwijking van de snaar des te harder het geluid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist
Hoe sneller de trilling hoe lager de toon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist
Je mondholte is een geluidsbron
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist
Een klankbord versterkt het geluid
beter dan een klankkast
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Een bal beweegt 20 keer in 5 seconden heen en weer (20x naar links en 20x naar rechts).
Wat is de frequentie van deze beweging?
A
4 Hz
B
20 Hz
C
100 Hz
D
200 Hz

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
Mee-trillende stof
B
Tussenstof
C
Geluid-dempende stof
D
Geluid-remmende stof

Slide 10 - Quizvraag

Geluid in de ruimte (heelal) kun je...
A
horen, maar zachter dan op aarde.
B
horen, en is harder dan op aarde.
C
horen, en klinkt hetzelfde als op aarde.
D
niet horen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een ontvanger bij geluid
A
stem
B
trommel
C
microfoon
D
lucht

Slide 12 - Quizvraag

Maja springt op een trampoline in 16 seconde 4 x op en neer
De trillingstijd is dan
A
0,25 s
B
4 s
C
64 s
D
0,33 s

Slide 13 - Quizvraag

Amplitude van geluid =
A
Hardheid van geluid
B
Toonhoogte van geluid
C
Uitwijking van een geluidsgolf

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen geluidssterkte en toonhoogte? (twee goede antwoorden)
A
Toonhoogte = aantal trillingen
B
Toonhoogte = grootte van trillingen
C
Geluidsterkte = grootte van trillingen
D
Geluidsterkte = aantal trillingen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de eenheid van de geluidssterkte?
A
Hz
B
T
C
dB
D
seconde

Slide 16 - Quizvraag

De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen

Slide 17 - Quizvraag

Geluid komt via een ... in je oren terecht
A
trilling
B
tussenstof
C
geluidssnelheid

Slide 18 - Quizvraag

Lezen:
Lees 8.5 zelfstandig door

Klaar? Start met de opdrachten van 8.5
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

§8.5 - Geluidssnelheid
Geluid kan door verschillende tussenstoffen bewegen.



s=v  t
afstand=snelheid  tijd

Slide 20 - Tekstslide

Met oud- en nieuw zie je een vuurpijl een rivier in schieten. De knal hoor je na 5 seconde. Bereken hoever de pijl bij jou vandaan is geknald.
(Gebruik tabel 8.25 voor de geluidssnelheid.)

Slide 21 - Open vraag

even oefenen!
Gegeven:      v = 1484 m/s,     t = 5  s

Gevraagd:     = ?

Formule:

Berekening:  s = 1484 x 5 = 7420 

Antwoord:  s = 7420 m   
                      of:     s = 7,4 km
                      of:     de vuurpijl is 7,4 km bij je vandaag geknald


s=v  t

Slide 22 - Tekstslide

Met oud- en nieuw zie je een vuurpijl boven je uit elkaar spatten. De knal hoor je iets later. De hoogte van de vuurpijl is 275 meter. Bereken hoeveel later je de knal hoort.
(Gebruik tabel 8.25 voor de geluidssnelheid.)

Slide 23 - Open vraag

even oefenen!
Gegeven:      v = 343 m/s,     s = 275 m

Gevraagd:     t = ?

Formule:

Berekening: 

Antwoord: Je hoort de knal 0,8 s later.


s=v  t
t=vs
t=343275=0,8

Slide 24 - Tekstslide

Opgave 96

Slide 25 - Tekstslide

Opgave 99a

Slide 26 - Tekstslide

Opgave 99b

Slide 27 - Tekstslide

Opgave 105

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 8.5 opdracht 128, 133, 139, 140, 141, 142, 145, 146, 154
  • Hoe? Op je stencil
  • Hulp? Lees 8.5 nogmaals door en gebruik de BiNaS
  • Tijd? 25 minuten
  • Resultaat? Huiswerk is gemaakt
  • Klaar? Maak de rest van 8.5 af
timer
25:00

Slide 29 - Tekstslide