Dinsdag 10-10 van 08:20 uur - 09:50 uur SE TOETS H7 + H8
Slide 3 - Tekstslide
Vragenuur NaSk
Maandag 9 oktober om 15:00 uur in lokaal 201 (onder voorbehoud)
Herhaling H7
Herhaling H8
Toetsen inzien
Toetstips
(Eventueel kan het ook via Teams)
Slide 4 - Tekstslide
Hoe groter de uitwijking van de snaar des te harder het geluid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Juist of onjuist Hoe sneller de trilling hoe lager de toon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Juist of onjuist Je mondholte is een geluidsbron
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Juist of onjuist Een klankbord versterkt het geluid beter dan een klankkast
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Een bal beweegt 20 keer in 5 seconden heen en weer (20x naar links en 20x naar rechts). Wat is de frequentie van deze beweging?
A
4 Hz
B
20 Hz
C
100 Hz
D
200 Hz
Slide 9 - Quizvraag
Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
Mee-trillende stof
B
Tussenstof
C
Geluid-dempende stof
D
Geluid-remmende stof
Slide 10 - Quizvraag
Geluid in de ruimte (heelal) kun je...
A
horen, maar zachter dan op aarde.
B
horen, en is harder dan op aarde.
C
horen, en klinkt hetzelfde als op aarde.
D
niet horen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een ontvanger bij geluid
A
stem
B
trommel
C
microfoon
D
lucht
Slide 12 - Quizvraag
Maja springt op een trampoline in 16 seconde 4 x op en neer De trillingstijd is dan
A
0,25 s
B
4 s
C
64 s
D
0,33 s
Slide 13 - Quizvraag
Amplitude van geluid =
A
Hardheid van geluid
B
Toonhoogte van
geluid
C
Uitwijking van een geluidsgolf
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen geluidssterkte en toonhoogte? (twee goede antwoorden)
A
Toonhoogte = aantal trillingen
B
Toonhoogte = grootte van trillingen
C
Geluidsterkte = grootte van trillingen
D
Geluidsterkte = aantal trillingen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de eenheid van de geluidssterkte?
A
Hz
B
T
C
dB
D
seconde
Slide 16 - Quizvraag
De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen
Slide 17 - Quizvraag
Geluid komt via een ... in je oren terecht
A
trilling
B
tussenstof
C
geluidssnelheid
Slide 18 - Quizvraag
Lezen:
Lees 8.5 zelfstandig door
Klaar? Start met de opdrachten van 8.5
timer
5:00
Slide 19 - Tekstslide
§8.5 - Geluidssnelheid
Geluid kan door verschillende tussenstoffen bewegen.
s=v⋅t
afstand=snelheid⋅tijd
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Met oud- en nieuw zie je een vuurpijl een rivier in schieten. De knal hoor je na 5 seconde. Bereken hoever de pijl bij jou vandaan is geknald. (Gebruik tabel 8.25 voor de geluidssnelheid.)
Slide 22 - Open vraag
even oefenen!
Gegeven: v = 1484 m/s, t = 5 s
Gevraagd: s = ?
Formule:
Berekening: s = 1484 x 5 = 7420
Antwoord: s = 7420 m
of: s = 7,4 km
of: de vuurpijl is 7,4 km bij je vandaag geknald
s=v⋅t
Slide 23 - Tekstslide
Met oud- en nieuw zie je een vuurpijl boven je uit elkaar spatten. De knal hoor je iets later. De hoogte van de vuurpijl is 275 meter. Bereken hoeveel later je de knal hoort. (Gebruik tabel 8.25 voor de geluidssnelheid.)