In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Geef aan: positieve of negatieve terugkoppeling.
De bloedsuikerspiegel wordt constant gehouden.
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 1 - Quizvraag
Zintuigen, hormonen en zenuwcellen werken samen in regelkringen.
- Wat is de functie van homeostatische regelkringen in het lichaam?
Slide 2 - Open vraag
Geef aan: positieve of negatieve terugkoppeling.
Een actiepotentiaal begint doordat er Na+ door het membraan stroomt.
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
Slide 3 - Quizvraag
De impuls kan doorgegeven worden van neuron..
A
A naar B
B
B naar A
C
van A naar B en terug
Slide 4 - Quizvraag
Impulsoverdracht tussen neuronen
Gebeurt altijd één richting op.
Slide 5 - Tekstslide
Door de instroom van welk ion worden de blaasjes met neurotransmitter naar de synapsspleet gebracht?
A
Acetylcholine
B
Ca²⁺
C
K⁺
D
Na⁺
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
A
GABA is een inhiberende neurotransmitter
B
GABA is een exciterende neurotransmitter
Slide 8 - Quizvraag
Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel / sensorisch neuron?
A
in de witte stof
B
in de grijze stof
C
in het spinaal ganglion
D
in het centrale kanaal
Slide 9 - Quizvraag
Geef de juiste volgorde van cellen die betrokken zijn bij een reflex
A
bewegingszenuwcel, schakelcel, gevoelszenuwcel
B
bewegingszenuwcel, gevoelszenuwcel
C
gevoelszenuwcel, schakelcel, bewegingszenuwcel
D
gevoelszenuwcel, bewegingszenuwcel
Slide 10 - Quizvraag
Dit is een ...
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
D
Zenuw
Slide 11 - Quizvraag
Welke hersenen coördineren alle bewegingen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
Slide 12 - Quizvraag
In welk deel van de hersenen vindt bewustwording plaats?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenschors
D
Hersenstam
Slide 13 - Quizvraag
Peristaltische bewegingen van je darmen worden aangestuurd door het
A
Animaal zenuwstelsel
B
Autonoom zenuwstelsel
C
Beide
Slide 14 - Quizvraag
Dwarsgestreept spierweefsel staat onder invloed van welk zenuwstelsel?
A
Autonoom
B
Animaal
Slide 15 - Quizvraag
Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter. In de afbeelding is schematisch een neuron weergegeven. Waar wordt adrenaline als transmitterstof door dit neuron afgegeven?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R
D
Op plaats S
Slide 16 - Quizvraag
Cholinesterase
Na een wedstrijd hardlopen over honderd meter liggen sommige sprinters een tijdlang uitgeput op de grond.
Een van de mogelijke oorzaken van de vermoeidheid is vermindering van de cholinesterase-activiteit bij de motorische eindplaatjes. Cholinesterase is een enzym dat de neurotransmitter acetylcholine afbreekt tot acetaat en choline. Het acetaat wordt opgenomen door het bloed en de choline wordt opgenomen door de axonuiteinden en daar weer omgezet in acetylcholine.
Wat is het directe gevolg van een vermindering van de cholinesterase-activiteit?
A
Acetylcholine hoopt zich op in de synapsspleet.
B
De acetylcholineconcentratie in de synapsspleet neemt onvoldoende toe
C
Er wordt minder acetylcholine gesynthetiseerd in het motorisch neuron
Slide 17 - Quizvraag
Hormoon-receptorcomplex
Second-messenger
Slide 18 - Tekstslide
Regeling hormonen
Neuronen in hypothalamus, produceren neurohormonen (neurosecretie)
Neurosecretie oxitocine en ADH via neurohypofyse (achterkwab) naar bloed
Neurohormonen IH en RH via haarvaten naar adenohypofyse (voorkwab), remmen of stimuleren afgifte hormonen
Slide 19 - Tekstslide
De geslachtshormonen komen vanuit de weefselvloeistof via het celmembraan de cel binnen. Bevat de cel geen receptoreiwit voor het hormoon, dan verdwijnt het hormoon weer uit de cel. Bevat de cel wel een receptoreiwit, dan treedt een binding op tussen het hormoon en het receptoreiwit. Het gevolg daarvan is dat eiwitten worden aangemaakt. - Waardoor kan een receptoreiwit voor oestradiol geen ander geslachtshormoon binden?
A
Doordat dat andere geslachtshormonen de cel niet kunnen binnenkomen.
B
Doordat dat andere geslachtshormonen dit receptoreiwit onwerkzaam maken.
C
Doordat de bindingsplaats op het receptoreiwit bezet is door oestradiol.
D
Doordat de structuur van dat andere geslachtshormoon onvoldoende past bij dit receptoreiwit.
Slide 20 - Quizvraag
Lachen doe je vaak als reactie op een grappige situatie of een grap. Maar ook door het lezen van woorden als 'lachen' en 'grappig' worden de lachspieren geprikkeld. De belangrijkste lachspier is de grote jukbeenspier zygomaticus major (zie de afbeelding). Bij contractie van deze spier wordt de mondhoek omhooggetrokken. In de afbeelding zijn nog drie andere spieren rond de mond benoemd. - Welke van deze spieren is de antagonist van de grote jukbeenspier?