5.5

5.5 vreemd geld
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.5 vreemd geld

Slide 1 - Tekstslide

5.5 vreemd geld
EMU
Wisselkoers
Gevolgen van wisselende koersen
Transactiekosten


Slide 2 - Tekstslide

EMU
Europese monetaire unie: landen die de euro gebruiken

Nederland, Duitsland, Frankrijk, België, Luxemburg, Finland, Ierland, Oostenrijk, Spanje, Portugal, Italië, Griekenland, Slovenië, Malta, Cyprus, Slowakije en Estland.

Lid van EU maar niet van EMU
Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Roemenië, Slowakije en Zweden.

Verschil tussen EU en EMU:  bij de EU gaat het alleen om vrijhandel, bij de EMU heeft een land ook nog de euro als betaalmiddel.

Slide 3 - Tekstslide

Voordelen EMU
  • Geen transactiekosten, dus goedkoper
  • Geen risico van de wisselkoers
  • Makkelijker prijzen vergelijken

Slide 4 - Tekstslide

Geld kopen met geld
In plaats van kleding, eten en drinken of een telefoon kan je ook geld kopen met geld.
Je geeft je euro's niet uit aan producten maar een andere munt. Een andere munt is een vreemde valuta.


Slide 5 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de prijs van een telefoon als de vraag toeneemt?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 6 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de prijs van een telefoon als de vraag afneemt?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de prijs van een telefoon als het aanbod toeneemt?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de prijs van een telefoon als het aanbod afneemt?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 9 - Quizvraag

Wisselkoers
De koers/prijs van een munt wordt op dezelfde manier beïnvloedt als de prijs van een product.
Door vraag en aanbod.


Slide 10 - Tekstslide

Wisselkoers
De prijs voor een vreemde valuta wordt wisselkoers genoemd. 
De koers verandert door vraag en aanbod.




Slide 11 - Tekstslide

Wisselkoers
Wisselkoers: hoeveel euro je nodig hebt om een andere munt (vreemde valuta) te kopen. Voor elke vreemde valuta is een eigen wisselkoers.
https://www.wisselkoers.nl/: hier kan je per vreemde valuta de actuele wisselkoers vinden.

Je kan de wisselkoers per vreemde valuta of per euro bekijken
1 dollar = 0,96 euro
1 pond = 1,18 euro
of
1 euro = 1,04 dollar
1 euro = 0,84 pond


Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen wisselende koers op een rij

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van wisselende koersen (1)
Risico voor bedrijven: inkoopkosten uit het buiteland kunnen stijgen doordat de koers van vreemde valuta omhoog gaat.

Voorbeeld: 1 dollar kost 1 euro, een autobedrijf koopt maandelijks voor 100.000 dollar aan materialen in uit Amerika. Hoeveel euro kost dit?

De wisselkoers van de dollar stijgt, 1 dollar kost nu 1,20 euro.
Hoeveel euro kost de inkoop van 100.000 dollar na de koerswijziging?


Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van wisselende koersen (2)
Consumenten: Als de euro meer waard wordt, is het voor ons goedkoper om spullen uit het buitenland te kopen of in het buitenland op vakantie te gaan.

Voorbeeld: Een vakantie in Turkije kost 20.000 Turske lira
1 euro = 20 Turkse lira
Hoeveel euro kost de vakantie?

De euro wordt meer waard, 1 euro = 30 Turkse lira
Hoeveel euro kost de vakantie nu?

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen van wisselende koersen (3)
Export: De euro wordt meer waard> producten uit Nederland worden duurder voor landen met een andere valuta dus de export daalt

1 euro = 1 dollar
Een product van 50 euro kost een Amerikaan 50 dollar.

1 euro = 1,20 dollar
Een product van 50 euro kost een Amerikaan nu 50 x 1,20 = 60 dollar.

Slide 16 - Tekstslide

Transactiekosten
Het wisselen van geld kost geld. Naast de prijs die je betaalt moet je ook betalen voor de dienst van het wisselen van geld. Dit heet transactiekosten.
Vroeger betaalde je dit in het wisselkantoor.

Tegenwoordig gaat dit automatisch als je pint in het buiteland.


Slide 17 - Tekstslide